In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 20 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de Gemeente Breda. De zaak betreft de opdracht van de gemeente om de hond van eiser, een Dobermann teefje, te euthanaseren, nadat deze als gevaarlijk was aangemerkt. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de inbeslagname en de euthanasering van de hond, maar de gemeente heeft nog niet op dit bezwaar beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het onwenselijk is om de hond te euthanaseren voordat er een beslissing is genomen op het bezwaar van eiser. Daarom is de vordering van eiser toegewezen, en is de gemeente verboden om de hond te euthanaseren totdat op het bezwaar is beslist. Eiser had ook verzocht om een bezoekregeling met de hond, maar deze vordering is afgewezen, omdat het belang van de opslaghouder om zijn gegevens geheim te houden zwaarder weegt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.