ECLI:NL:RBZWB:2024:1031
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 februari 2024 uitspraak gedaan op het verzoek van een verzoeker om veroordeling in de proceskosten. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, waarin zijn aanvraag om een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet was afgewezen. Daarnaast was het college van mening dat de verzoeker een voorschot van € 580,- moest terugbetalen. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen met betrekking tot dit besluit.
Tijdens de procedure heeft het college op 12 januari 2024 een voorschot van € 310,- verstrekt aan de verzoeker in het kader van een nieuwe aanvraagprocedure. Dit voorschot werd later verhoogd naar een totaalbedrag van € 511,90. Naar aanleiding van deze ontwikkeling trok de verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg hij wel om een veroordeling van het college in de proceskosten. Het college heeft hierop gereageerd in een brief van 5 februari 2024.
De voorzieningenrechter heeft, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. In zijn overwegingen concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen sprake was van tegemoetkoming door het college aan de verzoeker, aangezien het bestreden besluit niet was ingetrokken of gewijzigd. Hierdoor was er geen grond voor een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om proceskostenveroordeling dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien om het college te veroordelen tot vergoeding van het griffierecht.