ECLI:NL:RBZWB:2024:1008
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het UWV weigerde deze op basis van de conclusie dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV handhaafde zijn standpunt. De rechtbank heeft het beroep op 17 januari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, die was gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen. Eiseres had gezondheidsklachten, waaronder fibromyalgie en spastische darmen, en stelde dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de WIA-uitkering heeft geweigerd, omdat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en de beperkingen van eiseres adequaat waren vastgelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML).
De rechtbank oordeelt dat de door het UWV geselecteerde functies passend zijn voor eiseres, gezien haar opleidingsniveau en de vastgestelde beperkingen. Eiseres had geen gronden aangevoerd die de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid konden weerleggen. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt zij de weigering van de WIA-uitkering per 16 september 2022.