In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een tussenuitspraak gedaan op 28 juni 2023 in een civiele procedure. De eiseres, DELA HOLDING NV, heeft de gedaagde in de hoofdzaak aangeklaagd op basis van onrechtmatige daad en onverschuldigde betaling. De eiseres vordert een bedrag van € 84.025,26 en € 13.427,19, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van overboekingen die onder druk van een derde partij zouden zijn gedaan. De gedaagde in de hoofdzaak heeft nog geen inhoudelijk verweer gevoerd.
Daarnaast is er een incident aanhangig gemaakt door de gedaagde in de hoofdzaak, die een derde partij in vrijwaring wil oproepen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor de oproeping van deze derde partij, die mogelijk misbruik heeft gemaakt van de rekeningnummers van de gedaagde. De rechtbank heeft de gedaagde in het incident toegestaan om de derde partij te dagvaarden.
De rechtbank heeft verder beslist dat de proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal op 9 augustus 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord van de gedaagde in de hoofdzaak. De verdere beslissingen zijn aangehouden.