ECLI:NL:RBZWB:2023:9617

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
C/02/416706 / JE RK 23-2149 en C/02/416707 / JE RK 23-2150
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige na horen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de gesloten plaatsing van een minderjarige. De zaak betreft een verzoek van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige, geboren in 2006. De kinderrechter heeft eerder op 5 december 2023 een spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, die op 15 december 2023 werd behandeld in een mondelinge zitting met gesloten deuren. Tijdens deze zitting zijn de minderjarige, haar moeder en een vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig geweest.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er aanhoudende zorgen zijn over de minderjarige, die recentelijk in een onveilige situatie is aangetroffen. De minderjarige heeft problemen met middelengebruik en heeft zich onttrokken aan de zorg. De moeder steunt het verzoek voor een reguliere machtiging, omdat zij zich grote zorgen maakt over de situatie van haar dochter. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging niet herroepen en heeft de reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp toegewezen voor de duur van drie maanden, tot 15 maart 2024. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de gemeente een update moet geven over de situatie van de minderjarige voor de voortgezette mondelinge behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummers: C/02/416706 / JE RK 23-2149 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
C/02/416707 / JE RK 23-2150 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 15 december 2023
(nadere) beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BREDA,hierna te noemen: het college,
zetelende te Breda.
betreffende
[minderjarige] ,geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. P.F.M. Gulickx te Breda.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[minderjarige], voornoemd,
[de moeder], hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] .

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de tussenbeschikking van 5 december 2023 en alle daarin genoemde stukken;
- de e-mail van de gemeente van 12 december 2023;
- de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper van 12 december 2023;
- de instemmingsverklaring van de moeder van 14 december 2023.
1.2.
Op 15 december 2023 heeft de kinderrechter de verzoeken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren (nader) behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , bijgestaan door mr. Gulickx;
- de moeder, ondersteund door mevrouw [naam 1] ;
- een vertegenwoordigster van de gemeente.
Allen zijn digitaal aangesloten bij de mondelinge behandeling.
2. De nadere feiten
2.1.
Voor de feiten wordt verwezen naar de tussenbeschikking van 5 december 2023.
2.2.
Bij beschikking van 5 december 2023 is een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend voor de duur van twee weken, met ingang van 5 december 2023 tot 19 december 2023, onder aanhouding van het restant van het (spoed)verzoek. Daarnaast is het reguliere verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp aangehouden tot de mondelinge behandeling op 15 december 2023.
2.3.
Op basis van de hiervoor genoemde machtiging verblijft [minderjarige] bij Via [jeugdzorginstelling] te [plaats 1] .

3.De verzoeken

JE RK 23-2149 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
3.1.
De gemeente heeft verzocht om een spoedmachtiging te verlenen om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken.
3.2.
Beoordeeld dient te worden of er feiten en omstandigheden zijn die maken dat de spoedbeslissing van 5 december 2023 met ingang van heden moet worden herroepen. Daarnaast is nog aan de orde het resterende deel van het (spoed)verzoek om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee weken, te weten met ingang van 19 december 2023 tot 2 januari 2024.
JE RK 23-2150 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
3.3.
De gemeente heeft verzocht om aansluitend een (reguliere) machtiging te verlenen om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

4.De standpunten

4.1.
Het college handhaaft het verzoek en geeft aan dat er aanhoudende zorgen zijn over [minderjarige] . [minderjarige] is enkele dagen geleden aangetroffen in de omgeving van de groep waar zij hiervoor verbleef, [geestelijke gezondheidszorg] in [plaats 2] . In samenwerking met de politie is [minderjarige] ingesloten en overgebracht naar [jeugdzorginstelling] . [minderjarige] zag er vermagerd en onverzorgd uit. [minderjarige] heeft wekenlang onder invloed geleefd van middelen en kan zich bepaalde momenten niet meer herinneren. [minderjarige] was onbereikbaar, onveilig en onttrok zich aan het gezag van de begeleiding. [minderjarige] wil niet vertellen waar en met wie ze in de afgelopen weken is geweest. Wel heeft ze zich soms onveilig gevoeld en kan ze zich niet alles herinneren. Er is volgens [minderjarige] geen misbruik van haar gemaakt. De gemeente is van mening dat het veiligstellen en houden van [minderjarige] op dit moment het belangrijkste is. Deze veiligheid kan op dit moment alleen worden geboden in een gesloten setting. De mogelijkheden in een open behandelsetting zijn uitgeput. Vervolgens zal moeten worden bekeken wat [minderjarige] nodig heeft om vervolgstappen te kunnen zetten. Er moet een plan worden gemaakt. Daarbij is het belangrijk dat de geslotenheid wordt verlengd voor een periode van zes maanden om voldoende rust in te bouwen om zo stap voor stap uitvoering te geven aan het plan. Er moet daarnaast worden gezocht naar een vervolgplek voor [minderjarige] , maar dat zal moeilijk worden. [minderjarige] heeft een besloten woonvorm nodig met voldoende nabijheid waar ze ook kan wonen na haar achttiende. Er is een semi-behandelplek bij [gehandicaptenzorg] wat mogelijk uitkomst kan bieden. [gehandicaptenzorg] zal dan wel moeten openstaan voor plaatsing en er zal er een plek moeten vrijkomen. Momenteel is er een wachtlijst. Om bovenstaande redenen zullen drie maanden onvoldoende zijn om een passende vervolgplek voor [minderjarige] te vinden.
4.2.
Door en namens [minderjarige] is aangegeven dat zij erkent dat er in de afgelopen periode veel dingen zijn gebeurd die niet goed voor haar zijn (geweest). [minderjarige] vindt het niet fijn in [jeugdzorginstelling] en wil daar zo snel mogelijk weg. Zij vreest dat de drie maanden waarvoor de gedragswetenschapper nu zijn instemming heeft gegeven niet voldoende zullen zijn en dat de kans groot is de gesloten machtiging ook daarna nog wordt verlengd. [minderjarige] wil ook niet terug naar [gehandicaptenzorg] . Zij voelde zich daar als een kleuter behandeld. [minderjarige] zou bij voorkeur teruggaan naar [geestelijke gezondheidszorg] , maar dan naar een andere groep. Daar is geen wachtlijst en kan ze snel terug. [minderjarige] geeft aan dat ze dan geen drugs zal gebruiken.
4.3.
De moeder staat achter de gevraagde reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp. Zij vindt het belangrijk dat [minderjarige] behandeling krijgt voordat zij terug naar een open groep gaat. De moeder maakt zich ontzettend veel zorgen over [minderjarige] . De zorgen spelen al jaren en worden alleen maar erger. De moeder slaapt er slecht van en is bang dat het verkeerd met [minderjarige] afloopt.

5.De beoordeling

JE RK 23-2149 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
5.2.
De kinderrechter moet, voordat het reguliere verzoek inhoudelijk kan worden beoordeeld, in eerste instantie bepalen of de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp al dan niet moet worden herroepen. Bij beschikking van de kinderrechter van 5 december 2023 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee weken en iedere verdere beslissing aangehouden, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. De gemeente en de belanghebbenden zijn tijdens de mondelinge behandeling op 15 december 2023 in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
5.3.
Naar aanleiding daarvan is naar het oordeel van de kinderrechter niet gebleken dat sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven tot een ander oordeel. De eerder verleende spoedmachtiging zal dus niet worden herroepen. Daarnaast zal de kinderrechter het resterende deel van de verzochte spoedmachtiging gesloten jeugdhulp afwijzen, nu zal worden beslist op het reguliere verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp.
JE RK 23-2150 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
5.4.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.5.
De onafhankelijke gedragswetenschapper, dhr. [naam 2] , heeft ingestemd met een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. Dit blijkt uit de verklaring van 12 december 2023.
5.6.
De kinderrechter zal het verzoek van de gemeente toewijzen en de (reguliere) machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden, dus tot 15 maart 2024, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek. De kinderrechter komt tot deze beslissing omdat de zorgen die aanleiding zijn geweest voor de (spoed) gesloten plaatsing van [minderjarige] nog onverminderd aanwezig zijn. Er zijn zorgen over het wegloopgedrag van [minderjarige] , haar schoolproblemen, de onbekende verblijfplaatsen, (mogelijk) middelengebruik en (mogelijk) negatieve sociale contacten. Er is de afgelopen tijd veel gebeurd en het is steeds verder bergafwaarts met [minderjarige] gegaan. Een open behandelsetting kan [minderjarige] op dit moment niet (meer) de veiligheid bieden die zij nodig heeft. De kinderrechter vindt het daarom nodig dat [minderjarige] nog langer bij [jeugdzorginstelling] verblijft. [minderjarige] kan bij [jeugdzorginstelling] aan zichzelf gaan werken. [minderjarige] kan dan laten zien dat zij zich wél aan de regels en afspraken kan houden. In de tussenliggende periode dient te worden gezocht naar een passende vervolgplek voor [minderjarige] . De gemeente is hier al druk mee bezig. Het vinden van een geschikte plek voor [minderjarige] blijkt echter niet eenvoudig.
5.6.
Het resterende deel van het reguliere verzoek machtiging gesloten jeugdhulp zal nader worden behandeld tijdens de hierna te noemen voortgezette mondelinge behandeling. Voorafgaand aan die mondelinge behandeling dient de gemeente een schriftelijke update te geven over de situatie van [minderjarige] , onder overlegging van een dan actuele instemmingsverklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper ten aanzien van het restant van de reguliere machtiging.
5.7.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

JE RK 23-2149 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
6.1.
wijst het resterende deel van het verzoek tot het verlenen van een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en verblijven in een accommodatie voor jeugdhulp af;
JE RK 23-2150 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
6.2.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 december 2023 tot 15 maart 2024;
6.3.
houdt de beslissing op het resterende deel van het verzoek tot het verlenen van een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp aan;
6.4.
bepaalt dat de gemeente, [minderjarige] en haar advocaat en de moeder opnieuw zullen worden gehoord tijdens de voortgezette mondelinge behandeling van
[datum] 2024 om [uur]bij de kinderechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. [De Beer] , aan de Kousteensedijk 2, 4331 JE te Middelburg;
6.5.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproep voor die mondelinge behandeling voor de gemeente, [minderjarige] en haar advocaat en de moeder.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. De Beer, kinderrechter, op 15 december 2023 in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga als griffier en schriftelijk vastgesteld op 29 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of ` verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch