Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te Eindhoven.
1.Het verdere procesverloop
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- twee vertegenwoordigsters van de GI.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 november 2023 een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2006. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze verlenging, omdat de minderjarige nog niet stabiel is en er zorgen zijn over zijn ontwikkeling, school en financiën. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de Raad, de gecertificeerde instelling (GI) en de advocaat van de moeder aanwezig waren. De moeder was niet aanwezig, maar had haar standpunt via haar advocaat laten weten.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige onder toezicht is gesteld van de GI en dat er een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend. De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad en de GI over de minderjarige onderschreven, vooral met betrekking tot zijn aanstaande meerderjarigheid en de noodzaak van begeleiding. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 16 mei 2024, met de beslissing dat deze uitvoerbaar bij voorraad is, zodat de ontwikkeling van de minderjarige niet in gevaar komt door een eventueel hoger beroep.
De kinderrechter benadrukt het belang van een toekomstplan voor de minderjarige en de rol van de GI in het begeleiden van de minderjarige naar zijn meerderjarigheid. De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.