ECLI:NL:RBZWB:2023:9567

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10691264 \ MB VERZ 23-448
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Teteringsedijk te Breda op 3 april 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij op de betreffende datum en tijd niet op de locatie was waar de gedraging zou hebben plaatsgevonden. Hij heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder screenshots en een tijdlijn van Google Maps, waaruit blijkt dat zijn auto de gehele dag in Spijkenisse stond.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, maar gaf betrokkene het voordeel van de twijfel gezien de aangevoerde argumenten. De kantonrechter heeft overwogen dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel als juist moet worden aangenomen, maar dat betrokkene voldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die twijfels oproepen over de juistheid van de gedraging. Hierdoor is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat de boete ten onrechte is opgelegd.

De beslissing van de kantonrechter was als volgt: het beroep is gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zijn vernietigd, en de officier van justitie is opgedragen het betaalde bedrag van € 234,- aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 5 december 2023. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10691264 \ MB VERZ 23-448
CJIB-nummer : 7062 5422 4857 7775
uitspraakdatum : 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Teteringsedijk te Breda op
3 april 2022 om 16:41 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat de auto de gehele dag in Spijkenisse heeft gestaan. De locatie waar de gedraging is verricht, is betrokkene onbekend. Betrokkene heeft screenshots meegestuurd waaruit af te lezen is waar betrokkene die gehele dag heeft verbleven. Na een onderzoek op het RDW-OVI heeft betrokkene kentekens gevonden die veel op het kenteken van betrokkene lijken en de bijbehorende auto’s daarvan soort gelijke overeenkomsten hebben met het voertuig van betrokkene. Het kenteken van betrokkene is [kenteken 1] . Via het RDW-OVI heeft betrokkene een hit gekregen op [kenteken 2] welke volgens het RDW ook een zwarte Seat Ibiza stationwagen is.
Ter zitting heeft betrokkene aangetoond via de tijdlijn van google maps op zijn telefoon op
3 april 2022 niet op de pleeglocatie te zijn geweest.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het verweer van betrokkene staat lijnrecht tegenover de verklaring van de verbalisant. De zittingsvertegenwoordiger geeft betrokkene echter het voordeel van de twijfel, gelet op het aangevoerde verweer.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. In het algemeen geldt dat van de juistheid van een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van de verbalisant, zoals opgenomen in het zaakoverzicht, moet worden uitgegaan. De kantonrechter overweegt dat op grond van vaste jurisprudentie geldt dat de weergave van de ambtsedige verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht van het CJIB, in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging die betrokkene wordt verweten. Dat is pas dan anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de weergave van de ambtsedige verklaring in het zaakoverzicht, dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken. Dergelijke feiten en omstandigheden zijn door betrokkene voldoende aangevoerd en onderbouwd.
Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 234,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: