ECLI:NL:RBZWB:2023:9567
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Teteringsedijk te Breda op 3 april 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij op de betreffende datum en tijd niet op de locatie was waar de gedraging zou hebben plaatsgevonden. Hij heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder screenshots en een tijdlijn van Google Maps, waaruit blijkt dat zijn auto de gehele dag in Spijkenisse stond.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, maar gaf betrokkene het voordeel van de twijfel gezien de aangevoerde argumenten. De kantonrechter heeft overwogen dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel als juist moet worden aangenomen, maar dat betrokkene voldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die twijfels oproepen over de juistheid van de gedraging. Hierdoor is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat de boete ten onrechte is opgelegd.
De beslissing van de kantonrechter was als volgt: het beroep is gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zijn vernietigd, en de officier van justitie is opgedragen het betaalde bedrag van € 234,- aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 5 december 2023. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.