ECLI:NL:RBZWB:2023:9560
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens meerdere boetes voor dezelfde gedraging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Houtmarkt in Breda op 28 december 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 5 december 2023 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, aanwezig, terwijl betrokkene niet verscheen. Betrokkene voerde in zijn beroepschrift aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden en dat hij zich niet gehoord voelde tijdens het eerdere beroep. Hij stelde dat hij handelde om een fout te corrigeren en dat hij binnen een minuut ook geflitst was in de tegenovergestelde richting.
De kantonrechter overwoog dat het in deze zaak ging om het opleggen van meerdere boetes voor dezelfde gedraging, vastgesteld via digitale handhaving. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had eerder geoordeeld dat er geen tweede boete kan worden opgelegd voordat de betrokkene op de hoogte is gesteld van de eerste boete. In dit geval was de eerste boetebeschikking gedateerd op 8 januari 2022, terwijl de tweede boete betrekking had op een overtreding die plaatsvond op 28 december 2021, vóór de verzending van de eerste boetebeschikking. Dit betekende dat het opleggen van de tweede boete in strijd was met het Beleidskader.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen. Tegen deze beslissing was geen hoger beroep mogelijk.