ECLI:NL:RBZWB:2023:9553
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens meerdere boetes voor dezelfde gedraging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Houtmarkt in Breda op 7 december 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 5 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig.
Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat hij twee keer een boete had gekregen voor dezelfde overtreding en dat hij per ongeluk de busbaan opreed. De zittingsvertegenwoordiger stelde dat volgens het gerechtshof er geen tweede boete kan worden opgelegd voordat de betrokkene op de hoogte is gesteld van de eerste boete. De kantonrechter overwoog dat de eerste boetebeschikking gedateerd was op 22 december 2021, terwijl de tweede boete betrekking had op dezelfde overtreding op 7 december 2021. Dit was in strijd met het Beleidskader digitale handhaving.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.