ECLI:NL:RBZWB:2023:9550

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10708850 \ MB VERZ 23-471
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het stil laten staan van een voertuig op een verboden plek, zoals aangegeven door verkeersbord E2, op het Stationsplein te Breda op 3 december 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden onduidelijk waren. Hij stelde dat het verkeersbord niet goed zichtbaar was, vooral 's avonds in het donker, en dat hij zijn zoon uit de auto liet stappen zonder verkeershinder te willen veroorzaken. Betrokkene heeft foto’s overgelegd ter ondersteuning van zijn verweer.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft betoogd dat betrokkene zich had moeten vergewissen van de geldende verkeersregels en dat het verkeersbord duidelijk aanwezig was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, inderdaad heeft plaatsgevonden, maar heeft ook rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die betrokkene heeft aangevoerd. De rechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd, maar heeft besloten deze te matigen tot € 50,-, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer: 10708850 \ MB VERZ 23-471
CJIB-nummer: 1062 5422 4629 1882
uitspraakdatum: 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig stil laten staan waar dat niet mag (bord E2, verbod stilstaan) op het Stationsplein te Breda op
3 december 2021 om 21:46 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat de situatie daar zeer onduidelijk, onoverzichtelijk en druk is. Het E2 bord staat ver op de stoep en hoog van de grond geplaatst, waardoor het niet waarneembaar is in het directe gezichtsveld tijdens het rijden, zeker niet ’s avonds in het donker. Vanuit de Willemsstraat is het bord E2 ook niet te zien, doordat een gebouw het zicht hierop belemmert. Aan de rechterkant van het wegdek zijn er alleen tegels op de vloer met ‘NP’. De auto is ook niet geparkeerd geweest, maar stond stil op het rechtervlak om zijn zoon uit te laten stappen en betrokkene wilde daarbij geen verkeershinder veroorzaken. Betrokkene heeft ter plaatse geen discussie gevoerd met de verbalisant, omdat zij had aangegeven dat betrokkene beroep moest instellen als hij van mening was dat de boete onterecht werd opgelegd.
Ter zitting heeft betrokkene zijn verweer met foto’s onderbouwd. Betrokkene komt heel vaak op deze plek om zijn passagier af te zetten. Ook het verkeersbord dat aan de overzijde van de straat is geplaatst, is in het donker niet goed zichtbaar.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Een bestuurder van een voertuig dient zich ervan te vergewissen dat parkeren of stilstaan op een bepaalde gelegenheid is toegestaan. Dit dient te gebeuren zowel als je in het voertuig zit als na het uitstappen. Er staat duidelijk een verkeersbord geplaatst. Betrokkene had kunnen en moeten weten dat parkeren niet was toegestaan. Het gerechtshof ziet ook streng toe op het vergewissen van de bestuurder of parkeren is toegestaan.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
Betrokkene ontkent de gedraging niet, maar beroept zich op bijzondere omstandigheden die aanleiding geven het sanctiebedrag te matigen.
De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene maakt al jarenlang gebruik van deze plaats om zijn passagier af te zetten. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij oplettend is op de aanwezige bebording en belijning. Eventueel dient de bestuurder zich er na het parkeren/stilstaan van te vergewissen of parkeren/stilstaan op de betreffende parkeerplaats voor hem is toegestaan. Dat betrokkene heeft nagelaten vooraf voldoende te controleren of zijn voertuig conform de voorschriften mocht stilstaan, is een omstandigheden waarvan de gevolgen voor zijn rekening komen.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat vanwege de omstandigheden op dat moment, te weten ’s avonds in het donker, met veel fietsers en voetgangers om hem heen, en de belijning en extra strook op de grond het voorstelbaar is dat hij het geplaatste verkeersbord niet heeft opgemerkt. Daarnaast heeft betrokkene aannemelijk gemaakt dat hij daar nu niet meer stilstaat, dan wel parkeert. De boete zal worden gematigd tot € 50,-.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 50,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 50,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: