ECLI:NL:RBZWB:2023:9549
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet dragen van een goedgekeurde helm als passagier op een motorvoertuig. De gedraging vond plaats op 8 juli 2022 te Oosterhout, waar betrokkene op zoek was naar de locatie van een barbecue. Tijdens het zoeken had hij zijn helm afgezet en vroeg hij voorbijgangers en handhavers om hulp. De handhaver constateerde dat betrokkene zonder helm reed, wat leidde tot de boete.
Betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. Hij stelde dat hij niet opzettelijk zonder helm reed, maar dat hij in een situatie verkeerde waarin hij hulp zocht. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunt toegelicht en aangetoond dat de locatie van de barbecue slechts 100 meter verderop was. De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, heeft het beroep ongegrond verklaard en geen reden gezien om de sanctie te matigen.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel de gedraging is verricht, er aanleiding is om de boete te matigen. De rechter heeft de boete verlaagd tot € 75,-, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en het teveel betaalde bedrag aan zekerheid moet door de officier van justitie aan betrokkene worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.