ECLI:NL:RBZWB:2023:9547

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10678918 \ MB VERZ 23-439
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de sanctie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet voeren van verlichting op zijn fiets op 28 november 2022 te Werkendam. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt van de betrokkene toegelicht. De gemachtigde voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat het buiten al licht was en dat andere fietsers niet bekeurd werden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Echter, de rechter heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene en het tijdstip van de overtreding, dat net voor zonsopgang was. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 30,-, en heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het teveel betaalde bedrag aan zekerheid moet door de officier van justitie aan de betrokkene worden terugbetaald.

De uitspraak benadrukt het belang van de omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden en de redelijkheid van de opgelegde sanctie. De kantonrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de betrokkene geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer: 10678918 \ MB VERZ 23-439
CJIB-nummer: 4062 5422 5412 0284
uitspraakdatum: 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: geen voortdurend zichtbaar wit/geel licht aan de voorzijde en/of zichtbaar rood licht aan de achterzijde van een fiets voeren op de Schans te Werkendam (gemeente Altena) op 28 november 2022 om
08:14 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Gemachtigde voert aan dat de politie fietsers waarvan slechts één licht het deed, door liet gaan, op betrokkene na. Betrokkene had haast voor zijn tentamen en liet zich bekeuren om zo snel mogelijk verder naar te school gaan. Voorts vindt gemachtigde het oneerlijk dat kinderen vanaf 16 jaar evenveel moeten betalen als volwassenen. Daarnaast was het volgens betrokkene buiten al licht.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en de sanctie te matigen tot de helft nu de gedraging net voor zonsopkomst is verricht en vanwege de persoonlijke omstandigheden zoals die in het beroepschrift zijn vermeld.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft ook verklaard de verlichting op zijn fiets niet te hebben aangezet en dat het licht aan de voorzijde van zijn fiets kapot was.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is met name van belang dat betrokkene een aantal minuten voor zonsopgang een boete opgelegd heeft gekregen voor het niet voeren van verlichting op zijn fiets. De boete zal worden gematigd tot € 30,-.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 30,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 30,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: