ECLI:NL:RBZWB:2023:9546

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10708857 \ MB VERZ 23-472
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg (A59) te Den Hout op 5 februari 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 5 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. Betrokkene had in zijn beroepschrift aangevoerd dat het onwaarschijnlijk was dat hij de gedraging had verricht en dat er geen bewijs was geleverd. De kantonrechter oordeelde echter dat de enkele ontkenning van de betrokkene niet voldoende was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10708857 \ MB VERZ 23-472
CJIB-nummer : 2062 5422 4736 5399
uitspraakdatum : 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Rijksweg (A59) te Den Hout (gemeente Oosterhout) op 5 februari 2022 om 13:00 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat het hoogst onwaarschijnlijk is deze gedraging te hebben verricht. Betrokkene heeft geen bewijs ontvangen dat de gedraging is verricht. De officier van justitie heeft volgens betrokkene niet naar de tekst en uitleg gekeken. Indien er geen bewijs geleverd kan worden vordert betrokkene het bedrag van de gestelde zekerheid terug.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, gelet op de verklaring van de verbalisant.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd, een enkele ontkenning de gedraging te hebben verricht, geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: