ECLI:NL:RBZWB:2023:9545

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10708825 \ MB VERZ 23-468
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond op de Regenbeemd in Breda op 28 mei 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, maar deze verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 5 december 2023 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, C.S. de Meer, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep bij de officier van justitie te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op 21 juli 2022 eindigde. Het beroepschrift was pas op 3 augustus 2022 ontvangen, wat te laat is.

De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene niet heeft aangetoond dat de overschrijding van de termijn niet aan hem kan worden toegerekend. Gezien het feit dat betrokkene niet op de zitting verscheen, heeft de kantonrechter geen aanleiding gezien om het beroep ontvankelijk te verklaren. De beslissing van de officier van justitie om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren werd dan ook bevestigd, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en griffier C.G. Zevenhuijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10708825 \ MB VERZ 23-468
CJIB-nummer : 0062 5422 4984 0799
uitspraakdatum : 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen nr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Regenbeemd (kruising Terheijdenseweg) te Breda op 28 mei 2022 op 19:52 uur.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren omdat het te laat is ingediend in de beroepsfase bij de officier van justitie.
Betrokkene heeft over het al dan niet te laat indienen van het beroep geen reden aangevoerd.

Overwegingen

Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 21 juli 2022. Het, digitaal ingestelde, beroepschrift is echter pas op 3 augustus 2022 ontvangen. Dat is te laat.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep ongegrond dan wel
niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding om te oordelen dat de overschrijding van de beroepstermijn redelijkerwijs niet aan betrokkene zou mogen worden toegerekend, als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb.
De officier van justitie heeft het beroep dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard, zodat het beroep daartegen ongegrond moet worden verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter het beroep verder niet inhoudelijk kan beoordelen.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: