ECLI:NL:RBZWB:2023:9545
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond op de Regenbeemd in Breda op 28 mei 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, maar deze verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 5 december 2023 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, C.S. de Meer, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep bij de officier van justitie te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op 21 juli 2022 eindigde. Het beroepschrift was pas op 3 augustus 2022 ontvangen, wat te laat is.
De kantonrechter heeft overwogen dat betrokkene niet heeft aangetoond dat de overschrijding van de termijn niet aan hem kan worden toegerekend. Gezien het feit dat betrokkene niet op de zitting verscheen, heeft de kantonrechter geen aanleiding gezien om het beroep ontvankelijk te verklaren. De beslissing van de officier van justitie om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren werd dan ook bevestigd, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, en griffier C.G. Zevenhuijzen.