ECLI:NL:RBZWB:2023:9544
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen op de Doornboslaan te Breda op 12 februari 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig.
De betrokkene voerde aan dat hij nieuw was in Nederland en de Nederlandse taal aan het leren was. Hij gaf toe dat hij met een telefoon in zijn hand aan het fietsen was, maar stelde dat hij de zaklamp van zijn telefoon gebruikte omdat de lantarenpalen niet werkten door wegwerkzaamheden. Hij beweerde erg langzaam en veilig te hebben gereden. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene de gedraging niet ontkende en dat het gebruik van de telefoon als zaklamp niet afdeed aan het verboden karakter van de gedraging.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van de opgelegde boete. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.