ECLI:NL:RBZWB:2023:9544

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10691393 \ MB VERZ 23-456
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen op de Doornboslaan te Breda op 12 februari 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig.

De betrokkene voerde aan dat hij nieuw was in Nederland en de Nederlandse taal aan het leren was. Hij gaf toe dat hij met een telefoon in zijn hand aan het fietsen was, maar stelde dat hij de zaklamp van zijn telefoon gebruikte omdat de lantarenpalen niet werkten door wegwerkzaamheden. Hij beweerde erg langzaam en veilig te hebben gereden. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene de gedraging niet ontkende en dat het gebruik van de telefoon als zaklamp niet afdeed aan het verboden karakter van de gedraging.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van de opgelegde boete. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10691393 \ MB VERZ 23-456
CJIB-nummer : 0062 5422 5575 5865
uitspraakdatum: 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Doornboslaan te Breda op
12 februari 2023 om 20:30 uur.
Betrokkene stelt nieuw te zijn in Nederland en dat hij bezig is om de Nederlandse taal te leren. Betrokkene geeft toe dat hij met een telefoon in zijn hand aan het fietsen was. Er werd op de plek van de gedraging aan de weg gewerkt waardoor de lantarenpalen niet werkte, daarom gebruikte betrokkene de zaklamp van zijn telefoon om zo extra licht te krijgen. Volgens betrokkene was alleen het licht van zijn fiets onvoldoende. Betrokkene stelt erg langzaam en veilig te hebben gereden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, gelet op de verklaring van de verbalisant.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene ontkent de gedraging niet. Dat betrokkene zijn telefoon als zaklamp heeft gebruikt en erg langzaam en veilig heeft gereden doet niet af aan het verboden karakter van de gedraging.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: