ECLI:NL:RBZWB:2023:9541

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10704764 \ MB VERZ 23-466
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet dragen van een goedgekeurde helm op bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet dragen van een goedgekeurde helm tijdens het rijden op een bromfiets op de Boschstraat te Breda op 28 juli 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 5 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig. De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden en dat hij zijn helm correct droeg. Hij stelde ook dat hij niet staande was gehouden en dat de datum van de boete onjuist was. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. De kantonrechter vond geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en oordeelde dat de boete terecht was opgelegd.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete gehandhaafd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10704764 \ MB VERZ 23-466
CJIB-nummer : 9062 5422 5183 9878
uitspraakdatum : 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: bestuurder of passagier bromfiets draagt geen goedgekeurde, goedpassende/deugdelijke bevestigde helm op de Boschstraat te Breda op 28 juli 2022 om 13:55 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat zijn helm op was en het riempje gesloten was. De agent had betrokkene een boete gegeven voor het rijden op een fietspad in plaats van op een openbare weg. Wanneer betrokkene 45 km per uur rijdt, gaan er andere bestuurders pal achter betrokkene rijden en dat is gevaarlijk. Betrokkene wijkt dan uit naar het fietspad, zodat de auto’s kunnen passeren om vervolgens weer de weg op te rijden. Betrokkene is van mening dat de agent een bekeuring heeft opgelegd voor het rijden op de verkeerde rijbaan en niet voor het niet dragen van een helm. Betrokkene vraagt de boete in te trekken.
Als aanvulling op beroepschrift heeft betrokkene aangevoerd niet staande te zijn gehouden. Drie dagen later kreeg betrokkene een brief binnen dat de datum was veranderd naar een dag dat betrokkene wel is aangehouden voor een andere boete.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de in dit geval zeer concrete en specifieke verklaring van de verbalisant over hoe de helm achter het hoofd van betrokkene hing- voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft zijn verweer dat de datum zou zijn gewijzigd niet onderbouwd met stukken en evenmin aannemelijk gemaakt dat hij zijn helm op correcte wijze op zijn hoofd droeg.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: