In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert AnderZorg N.V. betaling van een openstaand bedrag van € 303,09 van [gedaagde in conventie], die in gebreke is gebleven met de betaling van zorgpremies. De procedure is gestart na meerdere betalingsregelingen die niet zijn nagekomen door [gedaagde in conventie]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een zorgverzekeringsovereenkomst bestaat tussen partijen, waarbij [gedaagde in conventie] verplicht was om maandelijks een premie te betalen. Ondanks eerdere aanmaningen en betalingsregelingen heeft [gedaagde in conventie] niet tijdig voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, wat heeft geleid tot de dagvaarding door AnderZorg.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde in conventie] erkent dat er nog een bedrag van € 283,28 openstaat, maar betwist de overige gevorderde kosten. AnderZorg heeft echter voldoende bewijs geleverd dat [gedaagde in conventie] ook incassokosten en rente verschuldigd is. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van AnderZorg toewijsbaar is, inclusief de gevorderde wettelijke rente en proceskosten. In reconventie heeft [gedaagde in conventie] verzocht om hervatting van een betalingsregeling, maar dit verzoek is afgewezen, omdat AnderZorg niet verplicht is om een betalingsregeling te treffen. De proceskosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.