ECLI:NL:RBZWB:2023:9510

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
10411742 CV EXPL 23-1029 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremie en incassokosten in het kader van een zorgverzekeringsovereenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert AnderZorg N.V. betaling van een openstaand bedrag van € 303,09 van [gedaagde in conventie], die in gebreke is gebleven met de betaling van zorgpremies. De procedure is gestart na meerdere betalingsregelingen die niet zijn nagekomen door [gedaagde in conventie]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een zorgverzekeringsovereenkomst bestaat tussen partijen, waarbij [gedaagde in conventie] verplicht was om maandelijks een premie te betalen. Ondanks eerdere aanmaningen en betalingsregelingen heeft [gedaagde in conventie] niet tijdig voldaan aan zijn betalingsverplichtingen, wat heeft geleid tot de dagvaarding door AnderZorg.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde in conventie] erkent dat er nog een bedrag van € 283,28 openstaat, maar betwist de overige gevorderde kosten. AnderZorg heeft echter voldoende bewijs geleverd dat [gedaagde in conventie] ook incassokosten en rente verschuldigd is. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van AnderZorg toewijsbaar is, inclusief de gevorderde wettelijke rente en proceskosten. In reconventie heeft [gedaagde in conventie] verzocht om hervatting van een betalingsregeling, maar dit verzoek is afgewezen, omdat AnderZorg niet verplicht is om een betalingsregeling te treffen. De proceskosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10411742 \ CV EXPL 23-1029
Vonnis van 27 december 2023
in de zaak van
ANDERZORG N.V.,
te Wageningen,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: AnderZorg,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde in conventie],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen AnderZorg en [gedaagde in conventie] bestaat een zorgverzekeringsovereenkomst waarbij [gedaagde in conventie] een vast bedrag aan zorgpremie verschuldigd is en daarnaast eventueel verbruikt eigen risico. [gedaagde in conventie] dient de verzekeringspremie maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2
[gedaagde in conventie] is in gebreke gebleven met de betaling van termijnen in 2017 en 2018 en is daar samen met de gemachtigde van AnderZorg een betalingsregeling voor overeengekomen. Het dossier betreft het dossier met [nummer 1] .
2.3
Op 28 juni 2018 heeft AnderZorg [gedaagde in conventie] aangemaand om het toen openstaande bedrag van € 992,01 te voldoen. In de verzonden brief is opgenomen dat de buitengerechtelijke incassokosten en BTW verschuldigd zijn wanneer een betalingsregeling wordt getroffen waarbij niet binnen 15 dagen de openstaande schuld wordt betaald.
2.4
[gedaagde in conventie] heeft in de periode daarna een bedrag van € 946,40 voldaan.
2.5
Op 9 december 2022 heeft de gemachtigde van AnderZorg [gedaagde in conventie] bericht dat een betalingsregeling in het dossier met [nummer 2] was vervallen omdat de regeling niet goed werd nagekomen. Dezelfde dag heeft [gedaagde in conventie] de gemachtigde van AnderZorg bericht dat hij de termijn had betaald en dat hij steeds het bericht kreeg dat de betalingsregeling was vervallen.
2.6
Op 4 januari 2023 heeft [gedaagde in conventie] de gemachtigde van AnderZorg om een reactie gevraagd en om een nieuwe betaallink voor het termijn bedrag. Op 9 januari 2023 heeft [gedaagde in conventie] nogmaals om een reactie verzocht.
2.7
Op 11 januari 2023 heeft de gemachtigde van AnderZorg een e-mail aan [gedaagde in conventie] gestuurd met als onderwerp “
Dossier: [nummer 2] e.a.”:
“[…]
De e-mail die u op vrijdag 9 december naar ons heeft verstuurd is naar een no-reply e-mail gestuurd, deze e-mails ontvangen wij helaas niet vandaar dat u ook geen reactie daar op hebt ontvangen. Wij hebben uw betaling in de maand December in goede orde ontvangen. De regeling is hervat ingaande 30 Januari, u ontvangt hier nog een bevestiging van. […]”
2.8
Op 11 januari 2023 heeft de gemachtigde van AnderZorg aan [gedaagde in conventie] een bevestiging van een afgesproken betalingsregeling gestuurd:
“Inzake: [kenmerk]
Dossiernummer: [nummer 3] / [nummer 1]
Geachte heer, mevrouw,
In bovengenoemde dossiers is de volgende betalingsregeling afgesproken:
[…]”
2.9
Op 24 januari 2023 heeft [gedaagde in conventie] de gemachtigde van AnderZorg het volgende gestuurd:
“[…] Bedankt voor uw bevestiging,
Echter kan ik het dossier niet plaatsen, ik schrijf u immers aan voor de dossier inzake Anderzorg. Mocht dit dossier reeds voldaan zijn, dan verzoek ik u dit schriftelijk aan mij te bevestigen.
Indien dit niet het geval is, verzoek ik u aanvullend een overzicht hiervan toe te sturen. [..]”
2.1
Op 31 januari 2023 heeft [gedaagde in conventie] de gemachtigde van Anderzorg nogmaals om opheldering gevraagd.
2.11
Op 1 februari 2023 heeft de gemachtigde van AnderZorg aan [gedaagde in conventie] laten weten dat het dossier met [nummer 2] werd gesloten omdat het volledig was betaald.
2.12
Op 20 maart 2023 bericht de gemachtigde van AnderZorg aan [gedaagde in conventie] dat de rekening in het dossier met nummer [nummer 1] niet is betaald en dat daarom een dagvaarding door de deurwaarder is overhandigd aan [gedaagde in conventie] .
[gedaagde in conventie] heeft daar vervolgens als volgt op gereageerd:
“[…] Meerdere malen heb ik contact opgenomen met onjuiste gegevens op de afgesproken regeling. Van deze verzonden berichten heb ik van u een ontvangstbevestiging ontvangen, helaas geen reactie.
Door niet te reageren heeft u nu zelf gekozen voor dagvaarding. Dit had u óók kunnen voorkomen door op mijn berichten te reageren en mij te voorzien van de juiste gegevens omtrent de besproken regeling.
Op dit moment kan ik mij dan ook niet onttrekken aan de indruk dat u dagvaart om de vordering in stand te houden. Op de vordering van nog geen 300 euro heeft u ten gelijke hoogte wederom kosten in rekening gebracht.
Zoals in eerdere berichten te hebben aangegeven verzoek ik u vriendelijk de gegevens op uw bevestiging van de regeling aan te passen zodat het bedrag betaald kan worden. […]”

3.Het geschil

in conventie
3.1
AnderZorg vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde in conventie] tot betaling van € 303,09, vermeerderd met rente en kosten. AnderZorg legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie] tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen door meerdere maanden aan premie onbetaald te laten. Via verschillende betalingsregelingen heeft [gedaagde in conventie] een bedrag van € 946,40 voldaan. Dit bedrag is volgens artikel 6:44 BW eerst in mindering gebracht op de verschenen kosten, de incassokosten en de rente, en daarna op de hoofdsom. [gedaagde in conventie] is de laatste betalingsregeling niet nagekomen. Tegen het verweer van [gedaagde in conventie] dat slechts nog een bedrag van € 283,28 zou openstaan brengt AnderZorg in dat dit slechts de premie betreft. Er is meer dan alleen premie verschuldigd, namelijk incassokosten en rente. [gedaagde in conventie] had meerdere dossiers bij de gemachtigde van AnderZorg en meerdere betalingsregelingen. De door [gedaagde in conventie] gedane betalingen zijn verdeeld over de openstaande dossiers. In november 2022 is [gedaagde in conventie] gestopt met betalen. Hij betaalde daarvoor steeds vlak voor of net na het verstrijken van de deadline van betalen. Op 11 januari 2023 is een nieuwe betalingsregeling tot stand gekomen in twee dossiers met nummers [nummer 3] ( Ziggo-dossier ) en [nummer 1] ( AnderZorg-dossier ). E-mails van [gedaagde in conventie] in gesloten dossiers werden niet meer gelezen of beantwoord.
3.2
[gedaagde in conventie] erkent dat nog een bedrag van € 283,28 openstaat en voert ten aanzien van het overige gevorderde verweer. [gedaagde in conventie] wilde de openstaande facturen wel betalen maar kreeg geen reactie van de gemachtigde van AnderZorg op e-mails die hij stuurde. Daarnaast zijn gedane betalingen gebruikt voor andere dossiers zonder toestemming. [gedaagde in conventie] stelt dat hij geen kosten voor deze procedure verschuldigd is.
3.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4
[eiser in reconventie] vordert - samengevat - dat de betalingsregeling van € 50,00 per maand voor de totale vordering van € 283,28 wordt hervat en AnderZorg wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3.5
AnderZorg voert verweer. AnderZorg concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure. AnderZorg voert aan dat het [eiser in reconventie] zijn eigen verantwoordelijkheid is om tijdig te betalen. [eiser in reconventie] is terecht in rechte betrokken. Daarnaast kan AnderZorg niet gedwongen worden tot een betalingsregeling en is [eiser in reconventie] de vorige betalingsregeling niet nagekomen. AnderZorg betwist dat [eiser in reconventie] recht heeft op een vergoeding voor de tijd die hij aan deze rechtszaak heeft besteed.
3.6
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1
[gedaagde in conventie] betwist niet dat hij de hoofdsom tot een bedrag van € 283,28 aan AnderZorg verschuldigd is, zodat dit bedrag in beginsel toewijsbaar is. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde in conventie] stelt dat de gemachtigde van AnderZorg onterecht gedane betalingen heeft verrekend met openstaande schulden uit andere dossiers. De kantonrechter overweegt dat [gedaagde in conventie] in 2018 al is aangemaand om de openstaande facturen van AnderZorg te voldoen. Daarna hebben partijen een betalingsregeling getroffen. Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre de betalingen door [gedaagde in conventie] zijn verrekend met andere openstaande facturen. Wat wel vast staat is dat er sinds 2018 al een betalingsregeling tussen partijen bestond waardoor bedragen in mindering werden voldaan op de achterstand bij AnderZorg. [gedaagde in conventie] heeft niet aangetoond dat onterecht door hem gedane betalingen zijn verrekend met andere schulden. Daarbij geldt dat [gedaagde in conventie] niet gemotiveerd heeft betwist dat hij via de gemachtigde van AnderZorg ook nog betalingsregelingen had lopen voor andere schulden. [gedaagde in conventie] wist dus dat er ook door hem betaalde bedragen in mindering strekte op andere schulden met andere dossiernummers. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft AnderZorg voldoende inzichtelijk gemaakt welke betalingen zijn gedaan op de onderhavige betalingsachterstand van [gedaagde in conventie] bij AnderZorg. [gedaagde in conventie] is dus in ieder geval het door hem erkende bedrag van € 283,28 verschuldigd. Maar de kantonrechter is van oordeel dat het volledige gevorderde bedrag van € 303,09 toewijsbaar is. Naast openstaande premies is [gedaagde in conventie] namelijk ook buitengerechtelijke kosten en verschenen wettelijke rente verschuldigd geworden. AnderZorg vordert betaling van € 148,80 aan buitengerechtelijke incassokosten en een bedrag van € 31,25 aan btw over deze kosten. [gedaagde in conventie] heeft daar tegenin gebracht dat hij enkel het bedrag van € 283,28 verschuldigd is, omdat hij zelf meerdere malen contact heeft opgenomen om duidelijkheid te krijgen over de openstaande bedragen en het treffen van een regeling. Op 28 juni 2018 heeft AnderZorg een aanmaning aan [gedaagde in conventie] gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW en waaruit blijkt dat [gedaagde in conventie] incassokosten en BTW verschuldigd zou zijn als hij niet tijdig zou betalen. [gedaagde in conventie] heeft de ontvangst van deze e-mail niet betwist. Naar aanleiding van deze e-mail is een betalingsregeling overeengekomen. AnderZorg heeft voldoende gesteld dat buitengerechtelijke incassokosten door haar zijn verricht, zodat deze verschuldigd zijn. De kantonrechter wijst daarom de incassokosten toe.
4.2
De gevorderde wettelijke rente van € 77,43 is eveneens toewijsbaar, alsmede de verder gevorderde rente vanaf 23 februari 2023, omdat [gedaagde in conventie] de betalingsachterstand niet tijdig heeft betaald en hierdoor in verzuim is geraakt.
4.3
Uit de conclusie van repliek blijkt dat AnderZorg de door [gedaagde in conventie] betaalde bedragen eerst in mindering heeft laten strekken op de buitengerechtelijke kosten en de verschenen wettelijke rente en daarna pas op de openstaande premies. Dat mocht AnderZorg doen op basis van de wet (artikel 6:44 BW). Voldoende is toegelicht door AnderZorg dat nu een openstaand bedrag resteert van € 303,09.
4.4
De kantonrechter is van oordeel dat AnderZorg in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [gedaagde in conventie] te dagvaarden. [gedaagde in conventie] heeft na het treffen van de betalingsregeling niet (volledig) betaald. Hoewel de kantonrechter begrijpt dat het voor [gedaagde in conventie] niet altijd inzichtelijk was in welke dossiers nu nog een betalingsregeling liep, omdat niet alle namen van de schuldeisers in de brieven werden genoemd en de gemachtigde van AnderZorg vooral met dossiernummers onderscheid maakte, betekent dat niet dat AnderZorg niet tot dagvaarden mocht overgaan. In januari 2023 heeft de gemachtigde van AnderZorg het opnieuw opstarten van de betalingsregeling weer bevestigd. [gedaagde in conventie] heeft er toen zelf voor gekozen om geen betalingen te verrichten, maar eerst vragen te stellen via e-mail. Op deze mails heeft de gemachtigde van AnderZorg niet meer gereageerd omdat deze door [gedaagde in conventie] werden verzonden in een inmiddels gesloten dossiernummer. Dat is vervelend, maar het had voor [gedaagde in conventie] ook reden kunnen zijn om daarover telefonisch contact te zoeken met de gemachtigde van AnderZorg. De verplichting om zorg te dragen voor betaling van openstaande facturen ligt uiteindelijk bij [gedaagde in conventie] . [gedaagde in conventie] heeft vanaf november 2022 geen betalingen meer verricht. Als een betalingsregeling niet wordt nagekomen staat het een schuldeiser vrij om de schuldenaar te dagvaarden. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat AnderZorg [gedaagde in conventie] sinds 2018 voldoende in de gelegenheid heeft gesteld de vordering te betalen, voordat zij deze procedure heeft opgestart.
4.5
[gedaagde in conventie] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van AnderZorg als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
127,20
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
160,00
(2 punten × € 80,00)
Totaal
415,20
in reconventie
4.6
[eiser in reconventie] vordert dat AnderZorg wordt verplicht tot het treffen van een betalingsregeling en betaling van de daadwerkelijk gemaakt kosten voor deze procedure.
4.7
De kantonrechter kan het verzoek om AnderZorg te sommeren om een betalingsregeling aan te gaan niet toewijzen. Zij is namelijk op grond van artikel 6:29 BW niet verplicht akkoord te gaan met een betalingsregeling maar kan volledige betaling ineens vorderen. De kantonrechter kan, hoewel te begrijpen is dat [eiser in reconventie] graag een nieuwe betalingsregeling zou zien, AnderZorg dan ook geen betalingsregeling opleggen.
4.8
Ten aanzien van de door [eiser in reconventie] gemaakte kosten heeft te gelden dat een vordering tot het betalen van de daadwerkelijk gemaakte kosten geen reconventionele vordering betreft, omdat deze vordering ook in conventie had kunnen worden ingesteld. Verder is van belang dat een vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten alleen toewijsbaar zou zijn als in dit geval AnderZorg, door het instellen van de vordering misbruik van procesrecht heeft gemaakt. Het is vaste rechtspraak dat sprake is van misbruik van procesrecht als:
“het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden.”
4.9
Nu de vorderingen van AnderZorg in conventie worden toegewezen is geen sprake van misbruik van procesrecht en wordt de vordering van [eiser in reconventie] afgewezen.
4.1
Omdat de proceskosten in reconventie nauw verband houden met de vorderingen in conventie, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten in reconventie te compenseren.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1
veroordeelt [gedaagde in conventie] om aan AnderZorg te betalen een bedrag van € 303,09, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 23 februari 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2
veroordeelt [gedaagde in conventie] in de proceskosten, aan de zijde van AnderZorg tot dit vonnis vastgesteld op € 415,20,
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5
wijst de vorderingen van [eiser in reconventie] af,
5.6
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2023.