Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
- Eiseres, 50 jaar, is de dochter van gedaagde. Zij is bewust alleenstaand moeder van drie kinderen, [kind 1] (12 jaar) en de tweeling [kind 2] en [kind 3] (10 jaar).
- Eiseres heeft het eenhoofdig gezag over de kinderen.
- Eiseres is huisarts en werkt 4,5 dag per week. Zij laat zich bij het runnen van haar huishouding bijstaan door haar beste vriendin [vriendin eiseres] .
- Tussen eiseres en [vriendin eiseres] aan de ene kant en gedaagde aan de andere kant zijn irritaties ontstaan over de door [vriendin eiseres] verleende bijstand en over de bemoeienissen van gedaagde met het gezin van eiseres. Dit heeft geleid tot een escalatie op 5 oktober 2023.
- Op 11 oktober 2023 heeft gedaagde aan eiseres via voicemail en whatsapp te kennen gegeven dat hij die dag nog een gesprek met haar eist en dat als dat niet doorgaat er een brief volgt naar de raad voor de kinderbescherming, haar buren, haar praktijk, de scholen van de kinderen, de kerk en [vereniging] , waarin hij uiteen zal zetten hoe “die achterbakse gifslang” [vriendin eiseres] haar hele huishouden heeft overgenomen.
- Op 11 oktober 2023 heeft ’s avonds een gesprek plaatsgevonden tussen eiseres en gedaagde. Bij dat gesprek was [vriendin eiseres] aanwezig. Gedaagde heeft in dit gesprek nogmaals aangegeven voornemens te zijn brieven aan derden te versturen over eiseres en haar thuissituatie.
- Op 13 oktober 2023 heeft gedaagde aan eiseres bericht dat hij de hiervoor genoemde brieven op 17 oktober 2023 zal versturen nadat hij haar daarvan een eerste versie heeft gestuurd.
- Gedaagde heeft op 15 oktober 2023 aan eiseres de bewuste brief gestuurd. In die brief schrijft hij -onder meer- het navolgende:
3.Het geschil
€ 10.000,00,
4.De beoordeling
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)