In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 januari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om ontheffing voor het vak drama in het voortgezet onderwijs beoordeeld. Eiseres, werkzaam als docent drama, had op 12 oktober 2020 een open aanvraag ingediend bij de minister voor Primair- en Voortgezet Onderwijs, die deze aanvraag op 3 december 2020 afwees. De minister stelde dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat zij uitmunten in buitengewone bekwaamheid, ondanks dat er sprake was van een bijzonder geval. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard in het besluit van 10 februari 2022.
De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte heeft afgezien van het horen van eiseres, aangezien er geen sprake was van een kennelijk ongegrond bezwaar. De rechtbank concludeert dat eiseres voldoende heeft aangetoond dat zij over buitengewone bekwaamheid beschikt, onder andere door haar lange ervaring en diverse kwalificaties in het vak drama. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en verleent eiseres de gevraagde ontheffing, waarbij de minister ook wordt veroordeeld tot het vergoeden van griffierecht en proceskosten aan eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging door de minister bij het verlenen van ontheffingen en de noodzaak om belanghebbenden te horen in bezwaarprocedures. De rechtbank stelt dat de beoordeling van buitengewone bekwaamheid niet alleen op diploma's moet steunen, maar ook op de praktische ervaring en kwalificaties van de betrokkenen.