ECLI:NL:RBZWB:2023:9280

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10661676 CV EXPL 23-2711 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van incassokosten door E-Legal Incasso Advocaten B.V. tegen gedaagde

In deze bodemzaak vordert E-Legal Incasso Advocaten B.V. betaling van € 1.404,09 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, van gedaagde, die in persoon procedeert. E-Legal heeft incassowerkzaamheden verricht voor gedaagde, die een benzinestation exploiteert. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht, waarbij E-Legal de opdracht heeft gekregen om buitengerechtelijke incassowerkzaamheden uit te voeren tegen twee oud-medewerkers van gedaagde. Gedaagde betwist de inspanningen van E-Legal en stelt dat deze onvoldoende zijn geweest om de openstaande bedragen te incasseren. De kantonrechter overweegt dat E-Legal heeft voldaan aan haar verplichtingen uit de overeenkomst, aangezien de werkzaamheden zijn uitgevoerd zoals overeengekomen. De kantonrechter wijst de vordering van E-Legal toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De wettelijke rente over de proceskosten wordt eveneens toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 27 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10661676 CV EXPL 23-2711
vonnis d.d. 27 december 2023 (bij vervroeging)
inzake
de besloten vennootschap E-Legal Incasso Advocaten B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. L.R. Ridderbroek, advocaat te Rotterdam,
tegen
[gedaagde]h.o.d.n.
[bedrijf],
wonende te ( [postcode] ) [plaats] aan het [adres] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “E-Legal” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 7 augustus 2023 met producties;
b. het extract audiëntieblad van de rolzitting van 18 oktober 2023 met één bijlage;
c. de conclusie van repliek van 15 november 2023 met producties;
d. het e-mailbericht van [gedaagde] van 12 december 2023 met één bijlage.

2.Het geschil

2.1
E-Legal vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.404,09 aan hoofdsom, te vermeerderen met rente en kosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
- E-Legal exploiteert een advocatenkantoor;
- [gedaagde] exploiteert onder andere een benzinestation;
- op 1 maart 2022 heeft E-Legal een opdrachtbevestiging ter ondertekening naar [gedaagde] gestuurd voor de uitvoering van buitengerechtelijke werkzaamheden gericht tegen [naam 1] , één van [gedaagde] zijn oud-medewerkers. Op de opdracht zijn de algemene voorwaarden van E-Legal van toepassing verklaard. In deze opdrachtbevestiging is onder andere opgenomen:
“(…)Vordering op particuliere debiteur:
Aangezien uw vordering toeziet op een particuliere debiteur attendeer ik u er zekerheidshalve op dat ons kantoor de bij de debiteur in rekening gebrachte incassokosten bij u in rekening brengt met een minimum van € 75 (exclusief btw) als de incassokosten niet op de debiteur kunnen worden verhaald in het buitengerechtelijke incassotraject of de incassokosten lager zijn dan € 75. (…)”. In het begeleidend schrijven bij de opdrachtbevestiging is aan loon voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van € 806,04 (exclusief btw) opgenomen;
- [gedaagde] heeft op 8 maart 2022 de opdracht bevestigd;
- op 15 maart 2022 heeft E-Legal een opdrachtbevestiging ter ondertekening naar [gedaagde] gestuurd voor de uitvoering van buitengerechtelijke werkzaamheden gericht tegen [naam 2] , één van [gedaagde] zijn oud-medewerkers. Op de opdracht zijn de algemene voorwaarden van E-Legal van toepassing verklaard. In deze opdrachtbevestiging is onder andere opgenomen:
“(…)Vordering op particuliere debiteur:
Aangezien uw vordering toeziet op een particuliere debiteur attendeer ik u er zekerheidshalve op dat ons kantoor de bij de debiteur in rekening gebrachte incassokosten bij u in rekening brengt met een minimum van € 75 (exclusief btw) als de incassokosten niet op de debiteur kunnen worden verhaald in het buitengerechtelijke incassotraject of de incassokosten lager zijn dan € 75. (…)”. In het begeleidend schrijven bij de opdrachtbevestiging is aan loon voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van € 354,36 (exclusief btw) opgenomen;
- [gedaagde] heeft op 16 maart 2022 de opdracht bevestigd;
- op 2 mei 2022 heeft E-Legal aan [gedaagde] bericht dat [naam 2] de vordering heeft betwist. Zij geeft aan dat een traject richting een gerechtelijke procedure kan worden ingegaan en doet daar een prijsvoorstel voor. [gedaagde] heeft op dit voorstel niet meer gereageerd;
- op 27 juni 2022 is het incassodossier met betrekking tot [naam 2] bij E-Legal gesloten. Zij heeft daarop een bedrag van € 428,78 (inclusief btw) aan kosten bij [gedaagde] in rekening gebracht;
- op 7 juli 2022 is het incassodossier met betrekking tot [naam 1] bij E-Legal gesloten. Zij heeft daarop een bedrag van € 975,31 (inclusief btw) aan kosten bij [gedaagde] in rekening gebracht;
- [gedaagde] heeft beide facturen onbetaald gelaten.
3.2
E-Legal vordert betaling van haar facturen, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt in opdracht en voor rekening van [gedaagde] incassowerkzaamheden te hebben verricht. [gedaagde] dient het verschuldigde loon voor die werkzaamheden te voldoen. Nu hij hier onterecht niet toe overgaat, is hij rente en kosten verschuldigd geworden. Op het verweer van [gedaagde] voert E-Legal aan dat haar verplichtingen uit de overeenkomst tussen partijen een inspanningsverplichting betreft en geen resultaatverbintenis. De opdrachten van [gedaagde] zagen op twee standaardmatige en deels geautomatiseerde buitengerechtelijke incassotrajecten. E-Legal heeft hieraan voldaan. In het traject tegen [naam 1] zijn zelfs nog meer werkzaamheden verricht dan was overeengekomen. In het traject tegen [naam 2] werd de vordering al snel betwist door [naam 2] , zodat een ander traject ingegaan had kunnen worden. Hiervoor heeft E-Legal een prijsvoorstel gedaan, maar heeft [gedaagde] niet op gereageerd. Door de wijze, waarop [gedaagde] richting E-Legal reageerde in dat dossier, heeft ook dat traject langer geduurd dan E-Legal had voorzien.
3.3
[gedaagde] voert aan dat drie oud-werknemers van hem geld verduisterd hadden om te vergokken. Hij heeft aangifte gedaan tegen die oud-werknemers en met één oud-werknemer is een afbetalingsregeling getroffen. Tegen de overige oud-werknemers was het noodzakelijk buitengerechtelijke kosten te maken. Dit heeft [gedaagde] uitbesteed aan E-Legal. Hij was zich er bij het geven van de opdracht van bewust dat het loon verschuldigd is. Ook als E-Legal er niet in slaagde de bedragen te incasseren. Hij ging er bij het tekenen echter vanuit dat het geen probleem zou worden het bedrag te incasseren. Het lijkt er dan ook op dat E-Legal onvoldoende inspanning heeft geleverd om de openstaande bedragen te incasseren, waardoor de kosten uiteindelijk bij [gedaagde] terecht komen. Bovendien heeft E-Legal zichzelf proberen te betrekken in een ander geschil met [naam 2] (over het aan haar verleende ontslag op staande voet), waardoor E-Legal zich niet richtte op het incasseren van de verduisterde gelden. Gelet op het voorgaande dient de vordering te worden afgewezen. Het is onrechtvaardig dat onder deze omstandigheden de kosten voor zijn rekening komen. Bovendien dient E-Legal te stoppen met het treffen van incassomaatregelen jegens hem, nu hij zich op opschorting beroept.
3.4
Tussen partijen staat vast dat tussen hen een overeenkomst van opdracht ex artikel 7:400 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is gesloten. In artikel 7:405 lid 1 BW is opgenomen dat een opdrachtgever een opdrachtnemer, die handelt in zijn beroep of bedrijf, loon verschuldigd is. Tussen partijen is niet in geschil dat hiervan sprake is. Vervolgens is in artikel 7:405 lid 2 BW opgenomen dat in beginsel het overeengekomen loon verschuldigd is.
3.5
De kantonrechter overweegt dat uit de e-mailberichten van 1 maart 2022 en 15 maart 2022 volgt dat E-Legal voor het incassotraject tegen [naam 1] haar diensten heeft aangeboden voor een bedrag van € 806,04 (exclusief btw) en voor het incassotraject tegen [naam 2] voor een bedrag van € 354,36 (exclusief btw). [gedaagde] is akkoord gegaan met dit loon, zodat hij in beginsel gehouden kan worden het loon te voldoen.
3.6
Uit de stellingen van [gedaagde] begrijpt de kantonrechter dat hij stelt dat E-Legal niet aan de opdracht heeft voldaan, zodat niet van hem verwacht kan worden dat hij het gevorderde loon betaald. De kantonrechter overweegt dat uit de opdrachtbevestigingen, die grotendeels gelijk van inhoud zijn, volgt dat – kort gezegd – eenvoudige buitengerechtelijke werkzaamheden zouden worden verricht door E-Legal, zoals de debiteur sommeren per post, fax of e-mail, de debiteur telefonisch benaderen en dat het traject zou worden afgesloten met een laatste incassohandeling, waarbij een conceptdagvaarding of -faillissementsaanvraag zou worden gevoegd. Uit het dossierverloop van beide dossiers, overgelegd bij dagvaarding, volgt dat hieraan is voldaan door E-Legal, waarbij voor het traject tegen [naam 2] heeft te gelden dat de vordering al snel inhoudelijk werd betwist, zodat deze niet meer binnen de tussen E-Legal en [gedaagde] geldende opdracht kon worden behandeld. Daarbij komt dat partijen het er over eens zijn dat op E-Legal een inspannings- en geen resultaatsverplichting rustte. [gedaagde] stelt immers zelf dat hij ook zou moeten betalen voor de diensten van E-Legal als zij er niet in zou slagen de bedragen te incasseren
3.7
Het voorgaande leidt ertoe dat de kantonrechter tot de conclusie komt dat E-Legal heeft voldaan aan haar verplichtingen, zoals opgenomen in de opdrachtbevestiging. Het is begrijpelijk dat het jammer is voor [gedaagde] dat zijn werknemers geld van hem verduisterden en dat de werkzaamheden van E-Legal niet hebben geleid tot terugbetaling van die gelden, maar dat doet er niet aan af dat de werkzaamheden hebben plaatsgevonden en E-Legal daarvoor betaald moet worden. [gedaagde] dient dan ook het gevorderde loon van in totaal € 1.404,09 (inclusief btw) te voldoen.
3.8
E-Legal vordert vervolgens een bedrag van € 250,00 aan buitengerechtelijke kosten. Voldoende is onderbouwd dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Niet is onderbouwd dat de gevorderde kosten redelijk zijn, zodat de kantonrechter het geldende forfaitaire tarief zal toekennen van € 210,61.
3.9
De gevorderde contractuele rente is als niet, dan wel onvoldoende, weersproken toewijsbaar.
3.1
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proces- en nakosten. Aan de zijde van E-Legal worden deze kosten vastgesteld op:
- dagvaardingskosten € 107,84;
- griffierecht € 365,00;
- gemachtigdensalaris € 398,00 (2 punten à € 199,00);
- nakosten
€ 99,50+;
Totaal € 970,34.
3.11
De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen als in het dictum vermeld.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan E-Legal te betalen een bedrag van € 1.963,12, te vermeerderen met de contractuele rente van 2% per maand over een bedrag van € 1.404,09 vanaf 29 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 970,34, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 27 december 2023.