ECLI:NL:RBZWB:2023:9277

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10701653 CV EXPL 23-3059 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling in consumentenkoop bij betwisting van bestelling

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres Billink Financial Solutions B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die de bestelling van goederen betwist. De eiseres vorderde betaling van € 236,95, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een vermeende bestelling die door de gedaagde zou zijn geplaatst via een internetsite. De gedaagde ontkent echter de bestelling te hebben gedaan en stelt dat haar persoonsgegevens zijn misbruikt. De kantonrechter heeft de procesgang in detail bekeken, waarbij de dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek zijn ingediend. De kantonrechter oordeelt dat Billink onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de gedaagde daadwerkelijk de overeenkomst heeft gesloten. De overgelegde stukken, waaronder facturen en aanmaningen, zijn niet voldoende om de vordering te onderbouwen. De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt Billink in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan op 27 december 2023 door mr. Tilman-Knoester.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10701653 CV EXPL 23-3059
vonnis d.d. 27 december 2023
inzake
de besloten vennootschap Billink Financial Solutions B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te (3072 AP) Rotterdam aan het adres Wilhelminakade 159,
eiseres,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V. te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] aan het [adres] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Billink” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 25 augustus 2023 met producties;
b. de conclusie van antwoord van 20 september 2023 met producties;
c. de conclusie van repliek van 18 oktober 2023;
d. de conclusie van dupliek van 1 november 2023.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Billink vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 236,95, te vermeerderen met rente en kosten. Zij stelt dat [gedaagde] een bestelling heeft gedaan bij [internetsite] , waarbij zij de naam van haar echtgenoot heeft gebruikt, en daarbij heeft gekozen voor de betalingswijze ‘betaling achteraf’ via Billink. Billink heeft het bedrag aan [internetsite] voldaan, waarop de vordering van [internetsite] aan Billink is verkocht (gecedeerd). [internetsite] heeft vervolgens de goederen aan [gedaagde] geleverd. [gedaagde] dient, gelet op het voorgaande, het verschuldigde bedrag aan Billink te voldoen. Nu zij hiertoe niet overgaat, is zij rente en kosten verschuldigd geworden. Op het verweer van [gedaagde] voert Billink aan dat zij geen nader bewijs van de bestelling kan overleggen dan de stukken die al bij dagvaarding zijn overgelegd. Zij wijst er nog op dat de bestelgegevens door de koper zijn verstrekt. (De rechtsvoorgangster van) Billink had geen reden om te twijfelen aan die gegevens, zodat zij ervan uit mocht gaan dat de bestelling door [gedaagde] is geplaatst.
2.2
[gedaagde] voert aan dat de bestelling bij [internetsite] niet door haar is gedaan, maar door een derde. Het gebruikte e-mailadres en telefoonnummer zijn niet van haar. Zij heeft ook geen goederen van [internetsite] ontvangen. Zij vermoedt dat misbruik is gemaakt van de naam van haar echtgenoot en hun adres, zodat zij aangifte heeft gedaan bij de politie. Bij conclusie van antwoord geeft zij aan haar verhaal ten overstaan van een rechter te willen doen en bij conclusie van dupliek geeft zij aan dat het spijtig is dat de zaak schriftelijk is voortgezet.
2.3
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] gemotiveerd betwist dat zij de overeenkomst met de rechtsvoorgangster van Billink heeft gesloten, zodat het aan Billink is om voldoende te stellen en te onderbouwen dat er een overeenkomst is gesloten tussen haar rechtsvoorgangster en [gedaagde] . Billink heeft ter onderbouwing van haar stellingen enkel de factuur en aanmaningen overgelegd die zien op de onderhavige bestelling en in haar stukken heeft zij de gebruikte persoonsgegevens genoemd. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de overgelegde stukken en de gebruikte gegevens enkel dat er een bestelling is geplaatst bij de rechtsvoorgangster van Billijk, waarbij de adresgegevens van [gedaagde] (en haar echtgenoot) zijn gebruikt. Niet vloeit daaruit voort dat [gedaagde] de bestelling zou hebben geplaatst. Er is immers andere naam, te weten [naam] , gebruikt. Daar komt bij dat onweersproken door [gedaagde] is gesteld dat het gebruikte e-mailadres en telefoonnummer niet van haar zijn. Tot slot is van belang dat [gedaagde] stukken in het geding heeft gebracht, waaruit volgt dat zij en haar echtgenoot getracht hebben aangifte te doen van misbruik van hun persoonsgegevens. De kantonrechter is, gelet op het voorgaande, dan ook van oordeel dat Billink onvoldoende heeft onderbouwd dat [gedaagde] een bestelling bij de rechtsvoorgangster van Billink heeft geplaatst. De gestelde overeenkomst is dus niet vast komen te staan, zodat de vordering wordt afgewezen.
2.4
Billink zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [gedaagde] worden deze begroot op nihil.
2.5
Ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat [gedaagde] , gelet op het voorgaande, geen belang meer heeft bij een mondelinge behandeling, zodat de kantonrechter geen aanleiding ziet die alsnog te bepalen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Billink in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2023.