ECLI:NL:RBZWB:2023:9262

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
C/02/414315 / FA RK 23-4534
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opschorting contactregeling tussen minderjarige en vader met monitoring van de situatie

In deze zaak heeft de kinderrechter op 28 december 2023 een beschikking gegeven naar aanleiding van een kindbrief van een minderjarige, geboren in 2010. De minderjarige verzoekt om de contactregeling met haar vader te wijzigen, omdat zij zich niet veilig en fijn voelt bij hem. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag. De minderjarige woont bij haar moeder en heeft een contactregeling waarbij zij om het weekend bij haar vader verblijft. De kinderrechter heeft gesprekken gevoerd met de minderjarige, de moeder, de advocaat van de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming. De vader heeft aangegeven geen contact meer te willen en vraagt om zijn ouderlijke macht te beëindigen. De kinderrechter heeft besloten om de contactregeling tijdelijk op te schorten voor de duur van zes maanden, om de situatie te monitoren en te bezien of er rust ontstaat voor de minderjarige. De kinderrechter volgt het advies van de Raad, die geen aanleiding ziet voor een ondertoezichtstelling, maar wel de wens van de minderjarige om geen contact met de vader te hebben respecteert. De zaak wordt aangehouden tot een pro forma datum in mei of juni 2024, waarna opnieuw gesprekken zullen plaatsvinden met de minderjarige en de ouders.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414315 / FA RK 23-4534
Datum uitspraak: 28 december 2023
beschikking van de kinderrechter naar aanleiding van een kindbrief
in de zaak van
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
wonende te [woonplaats 1] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. E.M.G. van Nuenen-Meulesteen te Hilvarenbeek,
[de vader] ,
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen: de Raad, om de kinderrechter over de vraag van [minderjarige] te adviseren.

1.De documenten

1.1
Tot de stukken behoren:
- de op 28 september 2023 ontvangen brief van [minderjarige] ;
- de e-mailberichten van de vader van 7 november 2023.
Volledigheidshalve merkt de kinderrechter op dat de e-mailberichten met bijlagen van de vader van 13 december 2023, die de kinderrechter heeft ontvangen ná de mondelinge behandeling, niet in deze beslissing worden meegenomen. Het had op de weg van de vader gelegen om zijn berichten tijdig, in ieder geval vóór de mondelinge behandeling, aan de kinderrechter toe te sturen. Vooral, nu de mondelinge behandeling eerder op 8 november 2023 was ingepland, maar is uitgesteld omdat de vader had aangegeven verhinderd te zijn. De vader was op de hoogte van datum en tijdstip van de nieuwe mondelinge behandeling.
De e-mailberichten van de vader zullen wel aan het procesdossier worden toegevoegd. Indien nodig, mogelijk bij een volgende mondelinge behandeling, kunnen de stukken van de vader alsnog worden besproken. De vader en de (advocaat van) de moeder zijn dienovereenkomstig door de griffie geïnformeerd.
1.2
De kinderrechter heeft op 26 oktober 2023 gesproken met [minderjarige] .
1.3
Oorspronkelijk zou de kinderrechter op 8 november 2023 met de ouders spreken. In verband met verhinderingen van de vader is de mondelinge behandeling verplaatst naar 13 december 2023. De vader heeft de kinderrechter laten weten niet naar de rechtbank te zullen komen. Op 13 december 2023 heeft de kinderrechter dan ook enkel met de moeder gesproken. Zij werd bijgestaan door haar advocaat. Tevens was aanwezig een medewerker namens de Raad.

2.De vraag van [minderjarige]

2.1
In haar brief vraagt [minderjarige] de kinderrechter om te bepalen dat de contactregeling met de vader gewijzigd wordt, in die zin dat er geen contact meer is tussen [minderjarige] en de vader.

3.De feiten

3.1
De ouders zijn met elkaar gehuwd geweest, tijdens welk huwelijk [minderjarige] is geboren. Op [datum] 2015 is het huwelijk van de ouders ontbonden.
3.2
De ouders hebben gezamenlijk gezag over [minderjarige] .
3.3
[minderjarige] woont bij de moeder.
3.4
Tussen [minderjarige] en de vader geldt een contactregeling waarbij [minderjarige] om het weekend bij haar vader verblijft.

4.De standpunten

4.1
In haar brief schrijft [minderjarige] , samengevat, dat haar ouders ongeveer negen jaar geleden zijn gescheiden. Zij hebben met elkaar een contactregeling afgesproken waarbij [minderjarige] om het weekend bij haar vader is. [minderjarige] voelde zich daar niet meer fijn bij. Er zijn bij de vader en zijn toenmalige vriendin nare dingen gebeurd. De vriendin van de vader is overleden. Zij was alcoholist. Met de nieuwe vriendin van de vader heeft [minderjarige] geen klik. In de zomervakantie heeft [minderjarige] de vader laten weten dat zij niet meer wilde komen. Sindsdien is er geen contact meer, ook niet via WhatsApp. De situatie doet [minderjarige] pijn.
4.2
In zijn e-mails 7 november 2023 bericht de vader de kinderrechter, samengevat, als volgt. De vader ziet geen meerwaarde in de gesprekken met de kinderrechter. [minderjarige] heeft besloten de vader niet meer te willen zien. Er zijn de afgelopen maanden wat ontwikkelingen gaande bij Veilig Thuis. De vader en zijn ouders maken zich zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] . De vader vraagt de Raad om een ondertoezichtstelling en om onderzoek te doen. Daarnaast vraagt de vader om hem ‘uit de ouderlijke macht te zetten’. De vader wil geen verantwoordelijkheid meer dragen. Het levert hem spanning op. De vader wil niet meer door de rechtbank benaderd worden. Hij is niet van plan tijd vrij te maken voor een zitting. Hij wil zich niet blootstellen aan ellende. Hij werkt bij Defensie, heeft vier missies gedraaid en daarvan PTSS opgelopen.
4.3
Door en namens de moeder is, samengevat, naar voren gebracht dat [minderjarige] al meerdere jaren aangeeft dat zij zich niet veilig en fijn voelt bij de vader. De vorige partner van de vader was alcoholist. Die situatie was niet fijn. Nadat zij is overleden, had de vader al snel een nieuwe partner. [minderjarige] heeft bij haar het gevoel alsof zij een last is. De laatste keer dat er contact was tussen [minderjarige] en de vader was in september 2023. Geprobeerd is om op neutraal terrein met elkaar in gesprek te gaan over de situatie. Bij dit gesprek had de vader niets te zeggen. De moeder heeft ook geprobeerd om de situatie samen met de vader op te lossen. Zij heeft voorgesteld om een mediator te betrekken. De vader wees dit echter af. Voor de moeder een procedure kon starten, had [minderjarige] haar brief geschreven. Tussen de ouders is er geen contact meer. Dat de vader in zijn berichten aangeeft dat hij PTSS heeft, is zorgelijk. Eerder heeft hij dit altijd ontkend. Het is belangrijk dat de vader eerst zelf in balans is. Hij handelt nu mogelijk uit emotie. Daarnaast is het belangrijk om voor [minderjarige] rust te creëren. Nu er geen contact meer is tussen [minderjarige] en de vader, is [minderjarige] rustiger geworden. Gelet op haar ADHD is het belangrijk voor haar om te weten waar zij aan toe is. De moeder begrijpt nu dat de vader ook vraagt om zijn gezag te beëindigen. Dit zou voor [minderjarige] en de moeder veel rust geven. Sinds het ontstaan van de huidige situatie heeft de moeder de vader nog niet om toestemming hoeven vragen. De moeder kan zich vinden in het voorstel om de zaak aan te houden voor de duur van zes maanden om te bezien of de situatie verandert en om te bezien of de situatie voor [minderjarige] daadwerkelijk meer rust geeft. De moeder is bereid om zelfstandig een procedure te starten ten aanzien van het gezag. Als deze zaak wordt aangehouden, dan kan daarover door de moeder een zorgvuldige beslissing worden genomen.
4.4
De Raad adviseert de kinderrechter, samengevat, als volgt. [minderjarige] zit in een lastige situatie. De vader vraagt om hem niet meer te betrekken. Hij lijkt niet bereid om zijn verhaal te doen en zich in te spannen om tot een oplossing te komen. Dit maakt het doen van een raadsonderzoek moeilijk. De Raad ziet geen aanleiding voor een ondertoezichtstelling. De Raad hoort dat er veel speelt in de opvoedsituatie bij de vader, zoals PTSS. De vraag is dan ook in hoeverre hij momenteel uit trauma handelt en of hij door die PTSS tegen dingen aanloopt bij de opvoeding van [minderjarige] . De Raad kan zich voorstellen dat de spanningen oplopen en dat de vader niet met deze stress kan omgaan. Ook is het mogelijk dat de nieuwe partner van de vader een rol speelt in het systeem. Dit blijft allemaal gissen omdat de vader het gesprek niet wil aangaan. Nu [minderjarige] aangeeft geen contact met de vader te willen, acht de Raad het verstandig om dat voor de komende periode te bepalen en haar wens daarin te volgen. Voor nu is het te vroeg om ook iets met het gezag van de vader te doen. De deur gaat dan te ver dicht terwijl er mogelijk in de toekomst, door de rust, ook een opening ontstaat. De Raad adviseert om te bepalen dat er op dit moment geen contactregeling is. Dit geeft [minderjarige] het meeste rust. Mogelijk geeft dit de vader ook rust, waardoor hij op een later moment zijn rol als vader weer kan pakken. De Raad zou zich ook kunnen vinden in het aanhouden van de zaak voor de duur van zes maanden om daarna te bezien wat de actuele stand van zaken is. Tegen die tijd kan bezien worden of de situatie inderdaad rust heeft gebracht en of er dingen in het systeem zijn gebeurd die toch aanleiding geven voor een raadsonderzoek.

5.De beoordeling

Wat zegt de wet?
5.1
Een minderjarige is geen zelfstandige procespartij in procedures betreffende de verdeling van de zorg en opvoedingstaken. Om de minderjarige toch een eigen toegang tot de rechtbank te bieden, bestaat de mogelijkheid van informele benadering door in dit geval een brief aan de rechtbank. Op grond van artikel 1:377g BW kan de rechtbank na een gesprek met de minderjarige ambtshalve een beslissing over het verzoek van de minderjarige geven.
Wat vindt de kinderrechter?
5.2
[minderjarige] vraagt de kinderrechter om de huidige contactregeling waarbij zij om het weekend bij haar vader is te veranderen.
5.3
Gelet op de overgelegde documenten en de gesprekken met [minderjarige] , de moeder en haar advocaat en de Raad, ziet de kinderrechter reden om – op dit moment – nog niet definitief te beslissen over de vraag van [minderjarige] . De kinderrechter volgt de Raad in het advies om eerst te bezien of [minderjarige] en de vader rust kunnen ervaren met een tijdelijke wijziging van de contactregeling en wat die rust met de onderlinge verhoudingen doet. Samen met de Raad ziet de kinderrechter op dit moment geen reden om een raadsonderzoek te gelasten.
5.4
De kinderrechter zal bepalen dat er tijdelijk, voor de duur van zes maanden, geen contact is. Contact met de vader is – op dit moment – in strijd met de zwaarwegende belangen van [minderjarige] . Zij voelt zich niet fijn en niet veilig bij de vader en heeft geen behoefte om hem te zien. Bovendien is het belangrijk voor [minderjarige] om te weten waar zij aan toe is. Door te bepalen dat er tijdelijk geen contact is, hoopt de kinderrechter dat dit [minderjarige] , de moeder én de vader rust geeft. Vanuit die rust kan vervolgens worden bezien of er alsnog een raadsonderzoek nodig is, dan wel of en in hoeverre de vader zijn rol als opvoeder weer kan nemen.
Het verdere verloop van de zaak
5.5
De kinderrechter zal daarom beslissen dat de contactregeling tijdelijk wordt opgeschort. De kinderrechter vindt het belangrijk om de situatie te blijven monitoren. De zaak zal worden aangehouden tot na te melden pro forma datum. Vervolgens zal de kinderrechter opnieuw in gesprek gaan met [minderjarige] en met haar praten over de stand van zaken op dat moment en hoe zij denkt over het vervolg. Daarna zullen de ouders opnieuw voor een mondelinge behandeling worden uitgenodigd, waarbij ook de Raad vertegenwoordigd zal zijn. Van de advocaat van de moeder verwacht de kinderrechter uiterlijk op na te melden pro forma datum haar verhinderingen voor de maanden mei en juni 2024.
5.6
Indien en voor zover de moeder eerder dan voormelde pro forma datum aanleiding ziet om een zelfstandige procedure te starten, dan verzoekt de kinderrechter haar dit te laten weten.
Brief aan [minderjarige]
5.7
De kinderrechter vindt het belangrijk om [minderjarige] in een brief op de hoogte te stellen van de beslissing en beide ouders hiervan in kennis te stellen. In de brief, welke wordt gestuurd naar het adres van de moeder, leest [minderjarige] het volgende.
Beste [minderjarige] ,
Op 26 oktober 2023 heb jij met de kinderrechter gesproken over de brief die jij hebt gestuurd. Jij hebt de kinderrechter verteld dat jij geen contact wil met jouw vader. De kinderrechter heeft jou verteld dat zij hierover ook met jouw ouders zal praten. De kinderrechter heeft jouw ouders uitgenodigd voor een gesprek op 13 december 2023. Ook de Raad voor de Kinderbescherming is voor dat gesprek uitgenodigd om de kinderrechter te adviseren. Bij dit gesprek is jouw vader niet gekomen. Hij heeft de kinderrechter hierover een e-mail gestuurd. Jouw moeder en de Raad voor de Kinderbescherming zijn wel gekomen.
In deze brief lees jij wat de kinderrechter met jouw zaak gaat doen.
De kinderrechter en de Raad voor de Kinderbescherming vinden het belangrijk dat er naar jouw wens geluisterd wordt. De kinderrechter zal beslissen dat er in de komende zes maanden geen contact is tussen jou en jouw vader. Dit betekent dat jij voorlopig niet naar jouw vader hoeft te gaan of op een andere manier contact met hem hoeft te hebben.
De kinderrechter vindt het belangrijk om te kijken hoe de situatie over zes maanden is en wat er in de tussentijd is gebeurd. De kinderrechter zal jou daarom in mei of juni 2024 opnieuw uitnodigen voor een gesprek om te horen hoe het met jou gaat. Daarna zullen ook jouw ouders weer voor een gesprek met de kinderrechter worden uitgenodigd. De kinderrechter zal dan bespreken hoe het is en wat er volgens jouw ouders nodig is. Voor nu hoef jij niets te doen.
De kinderrechter hoopt dat zij jou met deze tijdelijke beslissing wat rust kan geven.
Als je vragen hebt of iets aan de kinderrechter wilt laten weten, mag je altijd een e-mail sturen of bellen. De contactgegevens staan linksboven in deze brief.
Met vriendelijke groet,
De griffier.

6.De beslissing

De kinderrechter:
bepaalt dat de contactregeling tussen de vader en de [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010, per direct wordt opgeschort;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan tot
7 mei 2024 PRO FORMA, waarna een nieuw gesprek met [minderjarige] en een nieuwe mondelinge behandeling met de ouders en de Raad zal worden gepland;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door mr. Phillips, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2023, in aanwezigheid van mr. Vos als griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van de rechtbank Breda.