Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie tevens
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
de vordering in conventie en in reconventie in de hoofdzaak
- dat de tussen hem en [gedaagde in conventie] bestaande pachtovereenkomst op grond van artikel 7:376 BW wordt ontbonden;
- dat [gedaagde in conventie] , op straffe van een dwangsom, wordt veroordeeld tot ontruiming van de door hem gepachte percelen;
- dat [gedaagde in conventie] wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade als gevolg van de onrechtmatige inbreuk op de eigendomsrechten van [eiser in conventie] en van de schade als gevolg van het niet juist uitvoeren van het onderhoud van het gepachte;
- dat [gedaagde in conventie] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.070,00 ter zake van de kosten van kadastraal onderzoek;
- veroordeling van [gedaagde in conventie] in de proceskosten.
- [verweerder in reconventie] , op straffe van een dwangsom, te veroordelen om vanaf zijn perceel over het gepachte overhangende takken te verwijderen;
- met ingang van het pachtjaar 2021 totdat [verweerder in reconventie] aan zijn verplichtingen heeft voldaan een vermindering van de pachtprijs vast te stellen in verband met gederfd pachtgebruik;
- [verweerder in reconventie] te veroordelen tot terugbetaling van door [eiser in reconventie] over de periode van 2015 tot en met 2022 teveel aan [verweerder in reconventie] betaalde pacht en pachtersomslag;
- te verklaren voor recht dat [verweerder in reconventie] aansprakelijk is voor de schade die [eiser in reconventie] heeft geleden door de verminderde opbrengst van het gepachte als gevolg van gebrek aan onderhoud door [verweerder in reconventie] van zijn aan het gepachte grenzende eigendomsgronden;
- te verklaren voor recht dat [eiser in reconventie] met ingang van 2023 geen onderhoudsverplichting heeft ten aanzien van de zandpaden die als uitweg voor de bij [eiser in reconventie] in gebruik zijnde gepachte percelen dienen;
- te bepalen dat [eiser in reconventie] met ingang van 2023 niet meer verplicht is om de zandpaden die als uitweg voor de gepachte percelen dienen eenmaal per jaar te onderhouden zoals bepaald in het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 oktober 2022;
3.De beslissing
schriftelijkhun verhinderdata voor de maanden februari, maart, april, mei en juni 2024 op te geven; daarna zal de datum voor de persoonlijke verschijning worden bepaald. Na vaststelling van deze datum zal slechts op bijzondere gronden en bij hoge uitzondering uitstel worden verkregen;