ECLI:NL:RBZWB:2023:9230
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Weigering van toestemming op basis van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
Op 29 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.F. van Boxel, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen het besluit van de korpschef van de politie Zeeland-West-Brabant. Dit besluit, genomen op 23 oktober 2023, weigerde toestemming als bedoeld in artikel 7, lid 2 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr). Verzoeker stelde dat hij in een financiële noodsituatie verkeerde, omdat hij door de weigering van de toestemming niet in staat was om zijn gebruikelijke beveiligingswerkzaamheden uit te voeren en slechts een beperkt aantal uren per week kon werken.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een maatregel te treffen. De spoedeisendheid van het verzoek is daarbij van groot belang. Verzoeker heeft zijn spoedeisend belang onderbouwd met een verklaring van een boekhouder, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker al bijna een jaar zonder de gewenste toestemming financieel heeft kunnen overleven. Dit deed twijfelen aan de noodzaak van een voorlopige voorziening.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen sprake was van onverwijlde spoed. De beslissing werd genomen zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.