Op 29 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeksters bezwaar hebben gemaakt tegen besluiten van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze besluiten, genomen op 21 december 2023, betroffen het opleggen van (straf)punten en schorsingen van visvergunningen vanwege het aantal strafpunten. De verzoeksters hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de schorsingen van de visvergunningen en vismachtigingen op 1 januari 2024 zouden ingaan.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat er onverwijlde spoed vereist is, gelet op de betrokken belangen. De verzoeksters hebben hun verzoek om een voorlopige voorziening op 28 december 2023 ingediend. De rechtbank heeft contact opgenomen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om te vragen of verweerder bereid was om de uitspraak van de voorzieningenrechter af te wachten, maar er is geen terugkoppeling ontvangen.
Gezien de omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de werking van de bestreden besluiten te schorsen tot uiterlijk één week na de zitting waarop de verzoeken om voorlopige voorziening zullen worden behandeld. Dit betekent dat de verzoeksters tot die tijd gebruik kunnen blijven maken van de aan hen verleende vergunningen en machtigingen voor hun vissersvaartuigen. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, in aanwezigheid van griffier mr. P.H.M. Verdonschot, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.