6.3Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag door aangever met een groot keukenmes in zijn zij te steken, als gevolg waarvan aangever een steekwond aan de rechterzijde van zijn bovenlichaam heeft opgelopen. Daarbij heeft hij naar aangever geroepen “Ik maak je dood”, waardoor verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan bedreiging. De rechtbank is van oordeel dat hierbij sprake is van een eendaadse samenloop. Tot slot levert het bij zich dragen van een keukenmes op de wijze zoals verdachte dit gedaan heeft, een overtreding van de Wet wapens en munitie op.
Verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke, maar ook de geestelijke integriteit van aangever. De aanval van verdachte met het mes moet voor aangever een erg angstige ervaring zijn geweest. In zijn aangifte verklaart hij dat hij dacht dat hij dood zou gaan op het moment dat hij met het mes in zijn zij werd geraakt. Daarbij komt dat het feit in het openbaar op straat bij een supermarkt heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in het verleden eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld.
Twee deskundigen, [psychiater], en [klinisch psycholoog BIG], hebben een persoonlijkheidsonderzoek naar verdachte gedaan. De psychiater en psycholoog zijn het er in hun rapporten van 10 en 8 november 2023 over eens dat er bij verdachte sprake is van niet aangeboren hersenletsel, waardoor hij al lange tijd cognitieve problemen heeft. Daarnaast is er sprake van een licht verstandelijke beperking en PTSS. Ook heeft hij te kampen met verslaving aan alcohol en cannabis en is hij gevoelig voor psychotische klachten. Deze stoornissen waren ten tijde van de bewezenverklaarde feiten aanwezig waardoor zijn gedragskeuzes en gedragingen op dat moment werden beïnvloed. Verdachte is hierdoor namelijk structureel beperkt in zijn zelfregulatieve vaardigheden. Hij begrijpt de wereld om hem heen onvoldoende, mist het overzicht in (probleem)situaties, hij is gevoelig voor stress, heeft een lage frustratietolerantie, inadequate impuls- en emotieregulatie en hij heeft geen andere manieren aangeleerd dan vluchten of vechten om met (probleem)situaties zoals conflicten om te gaan. Vanwege de uitspraken van verdachte, dat hij niet voornemens was om aangever met het mes te steken maar dat hij hem “enkel wilde bedreigen” om zo zijn geld te krijgen, was er volgens de deskundigen sprake was van een bewuste overweging en daarmee ook besef dat het steken met het mes niet toelaatbaar is. Hierdoor komen zij niet tot volledige ontoerekeningsvatbaarheid maar verminderde toerekeningsvatbaarheid. Het recidiverisico wordt hoog ingeschat. Teneinde dit risico te verminderen, is volgens de deskundigen een langdurige behandeling nodig in een kliniek waar kennis aanwezig is over de problematiek van verdachte en met voldoende toezicht en een voldoende hoog beveiligingsniveau, zodat zowel de veiligheid van personeel als medepatiënten gewaarborgd kan worden. Dit kan alleen worden gerealiseerd binnen het kader van tbs met dwangverpleging. Andere juridische kaders zijn in het verleden geprobeerd, maar niet toereikend gebleken.
Reclassering Nederland heeft in haar advies van 6 december 2023 te kennen gegeven dat zij zich conformeert aan het door de deskundigen gegeven advies tot oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging.
De rechtbank neemt de conclusies en het advies van de deskundigen over en maakt die tot de hare.
Straf en maatregel
Rekening houdend met de bij verdachte bestaande problematiek, de ernst van de gepleegde feiten, de eerdere veroordelingen voor geweldsmisdrijven en de hoge kans op herhaling van dergelijke misdrijven, staat voor de rechtbank vanuit het veiligheidsoogpunt voorop dat verdachte behandeld moet worden voordat hij terug kan keren in de maatschappij. Zij zal daarom, het advies van de deskundigen volgend, de tbs-maatregel aan verdachte opleggen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat wordt voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt, te weten:
- bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van het feit een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens;
- op de gepleegde misdrijven is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld;
- de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eis die maatregel.
Gelet op het hoge recidiverisico, de complexe problematiek van verdachte die langdurige en intensieve behandeling vereist en het beveiligingsniveau wat daarmee gepaard gaat, is verpleging van overheidswege noodzakelijk. Andere, lichtere juridische kaders, zijn in het verleden immers niet toereikend gebleken.
De tbs-maatregel wordt opgelegd wegens poging tot doodslag en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, misdrijven die gericht zijn tegen de onaantastbaarheid van het lichaam. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Daarnaast acht de rechtbank een gevangenisstraf passend en geboden. Gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en het belang van spoedige behandeling van verdachte, zal de rechtbank een kortere gevangenisstraf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van voorarrest, opleggen. Voor feit 3, een overtreding, zal geen aparte straf worden opgelegd.