ECLI:NL:RBZWB:2023:9200

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
9348134 CV EXPL 21-2946 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming en schadevergoeding in een civiele zaak met betrekking tot gebrekkige dakrenovatie

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een vordering van de opdrachtnemer in conventie en de opdrachtgever in reconventie. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van werkzaamheden aan het dak van een woning. De opdrachtgever, aangeduid als [eiser in conventie], had de opdrachtnemer, [gedaagde in conventie], opdracht gegeven om het dak te renoveren. Na een getuigenverhoor en het indienen van bewijsstukken, concludeerde de kantonrechter dat de opdrachtnemer niet aan zijn verplichtingen had voldaan, aangezien het dak gebrekkig was afgewerkt. De kantonrechter oordeelde dat de opdrachtgever recht had op nakoming van de werkzaamheden en vervangende schadevergoeding voor de gebrekkige uitvoering. De schade werd begroot op € 23.050,50, inclusief btw, en de opdrachtnemer werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag. Daarnaast werd de opdrachtnemer verplicht om binnen vier weken na betekening van het vonnis de gebrekkige werkzaamheden te herstellen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00. De kantonrechter wees ook de vordering van de opdrachtnemer in conventie af, omdat deze nog niet in verzuim was, en veroordeelde de opdrachtnemer in de proceskosten van de tegenpartij.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9348134 \ CV EXPL 21-2946
Vonnis van 27 december 2023
in de zaak van
[eiser in conventie] , H.O.D.N. [bedrijf],
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde in conventie],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie] ,
gemachtigde: mr. J.A.M. Smeekens.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 augustus 2022
- de akte van [gedaagde in conventie]
- het getuigenverhoor van 14 december 2022 aan de zijde van [gedaagde in conventie]
- het getuigenverhoor van 21 maart 2023 aan de zijde van [gedaagde in conventie]
- de akte van [eiser in conventie]
- het getuigenverhoor van 26 september 2023 aan de zijde van [eiser in conventie] .
1.2.
Hierna is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie
2.1.
Volhard wordt bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 17 augustus 2022.
2.2.
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en reconventie, zal voor de leesbaarheid van dit vonnis eerst de vordering in reconventie worden beoordeeld.
in reconventie
2.3.
Bij vonnis van 17 augustus 2022 is [eiser in reconventie] toegelaten te bewijzen dat zij aan [verweerder in reconventie] opdracht heeft gegeven om het gehele dak van de woning met isolatie (platen en rockwool) af te werken en (geluidsdicht) af te dichten aan de boven- en onderzijde van het dak.
2.4.
[eiser in reconventie] heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Zij heeft in dat kader als getuigen laten horen: de heer [naam 1] (haar broer) en [verweerder in reconventie] . [eiser in reconventie] heeft ook zichzelf als getuige laten horen. [verweerder in reconventie] heeft gebruik gemaakt van zijn recht op contra-enquête en heeft de heer [timmerman] en [metselaar] als getuigen doen laten horen.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser in reconventie] geslaagd is in het van haar verlangde bewijs en overweegt hiertoe het volgende.
2.6.
[eiser in reconventie] en haar broer hebben verklaard dat de werkzaamheden aan het dak volledig zijn uitgevoerd door [verweerder in reconventie] . [verweerder in reconventie] heeft eerst verklaard dat hij er bij blijft dat hij het dak aan de straatzijde niet volledig heeft afgewerkt, omdat hij voor [eiser in reconventie] andere werkzaamheden moest verrichten. De gemachtigde van [eiser in reconventie] heeft tijdens het getuigenverhoor van [verweerder in reconventie] gewezen op een foto op bladzijde 7 van het eerder overgelegd expertiserapport van de door [eiser in reconventie] ingeschakelde deskundige. Na het zien van een foto van een afgetimmerde dakvoet aan de straatzijde heeft [verweerder in reconventie] verklaard dat het toch zou kunnen dat hij beide kanten van het dak heeft afgewerkt. De verklaringen van [timmerman] en [metselaar] weerleggen dat ook niet. Zij verklaren allebei dat zij enkel het dak aan de tuinzijde hebben afgewerkt. Hiermee staat echter nog niet vast dat [verweerder in reconventie] (of een derde die door [verweerder in reconventie] is ingeschakeld) het dak aan de straatzijde niet heeft afgewerkt. Daarbij komt dat [metselaar] nog heeft verklaard dat naar zijn weten het dak aan de straatzijde is afgewerkt door de heer [naam 2] , een door [verweerder in reconventie] ingeschakelde zelfstandige, die inmiddels is overleden. Naar het oordeel van de kantonrechter staat dan ook in voldoende mate vast dat [verweerder in reconventie] in opdracht van [eiser in reconventie] het hele dak, zowel aan de voor- als achterkant (respectievelijk de straat- en tuinzijde) heeft gerenoveerd.
2.7.
Vervolgens dient beoordeeld te worden of de afwerking van het dak gebrekkig is.
De door [eiser in reconventie] ingeschakelde deskundige heeft in zijn rapport geconcludeerd dat het gehele dak gebrekkig is als gevolg van de wijze waarop het materiaal (steenwol/rockwool en rentowin) is aangebracht in combinatie met het feit dat de boven- en onderkant van het dak niet is afgedicht. Het is dus niet van belang of [eiser in reconventie] dan wel [verweerder in reconventie] het materiaal heeft uitgekozen, maar het gaat er om hoe het materiaal is aangebracht. Zoals hierboven overwogen is vast komen te staan dat [verweerder in reconventie] verantwoordelijk is voor de renovatie voor het gehele dak en dus ook voor het aanbrengen van het materiaal. [verweerder in reconventie] heeft de conclusie van de deskundige niet weersproken, zodat vast staat dat er sprake is van een gebrekkig dak. [eiser in reconventie] heeft haar vordering tot nakoming op dit punt omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. De deskundige heeft de kosten van herstel begroot op een bedrag van € 23.050,50 inclusief btw. Dit bedrag is ook niet door [verweerder in reconventie] betwist, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.
2.8.
Gelet op het voorgaande en met inachtneming van overweging 3.47 en 3.48 van het tussenvonnis van 17 augustus 2023 zal [verweerder in reconventie] in reconventie worden veroordeeld tot:
- nakoming van hetgeen onder V, VI, VII, VIII, IX, XI, XII, XV (m.b.t. de lekkende afvoer) en XVI van de eis in reconventie is gevorderd, uiterlijk vier weken na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [verweerder in reconventie] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 10.000,00.
Dit betekent
:
1) het ter plaatse van de kozijnen bij de achterpui goed en deugdelijk aanbrengen van een waterkerende laag onder de onderdorpel;
2) het goed en deugdelijk afwerken van de bovenzijde van het opgaand metselwerk;
3) het goed en deugdelijk vervangen van de MDF-aftimmering op de buitenkozijnen door een voldoende waterbestendige exterieurplaat en het aanbrengen daarboven van een waterkerende gevelaansluiting;
4) het goed en deugdelijk waterkerend afdichten van de keldermuurdoorvoeren;
5) het goed en deugdelijk herstellen van de inwendige hoek in de keuken van de gevlinderde betonvloer;
6) het goed en deugdelijk herstellen van de door de Expert in het Rapport vastgestelde oneffenheden en gaten in de stukadoorwerkzaamheden;
7) het goed en deugdelijk herstellen van de toiletdeur zodat deze goed is af te sluiten;
8) het goed en deugdelijk herstellen van de lekkende afvoer in de bijkeuken; ,
9) het goed en deugdelijk afdoppen van niet-afgedopte elektraleidingen en het goed en deugdelijk bevestigen van loshangende en/of met tape afgewerkte elektraleidingen in de meterkast;
o het bovenstaande op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [verweerder in reconventie] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 10.000,00. De kantonrechter verwijst daarbij naar wat hierover is overwogen in 3.47 van het eerdere tussenvonnis: de dwangsom geldt ten aanzien van de gehele nakoming.
- betaling van een bedrag van € 24.301,25 inclusief btw als vervangende schadevergoeding. Dit bedrag bestaat uit € 1.250,75 aan vervangende schadevergoeding voor hetgeen waarover reeds is beslist in het tussenvonnis (onder overweging 3.48 ) en het bedrag van € 23.050,50 zoals onder 2.7 van dit vonnis staat vermeld.
2.9.
Zoals overwogen onder 3.24 van het tussenvonnis kan de kantonrechter zelf de vordering tot vergoeding van schade voor het herstellen van het schuimbeton / de funderingsvloer niet begroten en zal daarom op grond van artikel 612 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die vordering verwijzen naar de schadestaatprocedure.
2.10.
Ook van “de overige punten uit bijlage 5” waar in overweging 3.46 van het tussenvonnis naar wordt verwezen kan de kantonrechter de schade niet begroten, zodat ook die posten naar de schadestaatprocedure zullen worden verwezen. Het gaat om:
a) De verlichting in de keuken, woonkamer en bovenverdieping zou dimbaar zijn. Deze zijn niet dimbaar. Dit dient te worden hersteld;
b) De lampen op de rails in de keuken knipperen (boven de tafel);
c) De paneeldeuren sluiten niet goed;
d) Er zit een gat in het beton bij de trapdeur;
e) Er dient een lichtaansluiting bij de bedstee worden gemaakt. Het is onduidelijk hoe hiermee rekening gehouden dient te worden;
f) Beide toiletpotten zijn niet afgekit;
g) Deurstijlen beneden zijn niet afgewerkt;
h) Gaten waar de lamp verhangen is in het washok zijn niet opgevuld en weggewerkt;
i) Ook via het Velux-raam komt geluid naar binnen terwijl dit speciaal geluidwerend glas is. Van belang is dat een waterkerend manchet wordt toegepast en dit zorgvuldig wordt afgewerkt;
j) De zwarte keukendeurtjes van lkea hangen scheef en dienen recht te worden gehangen en de lades sluiten niet goed;
k) [verweerder in reconventie] zou een as-built tekening aanleveren waarop de aangebrachte leidingen en buizen zouden zijn aangegeven. Een dergelijke tekening ontbreekt, waardoor het voor [eiser in reconventie] onduidelijk is waar de leidingen en buizen lopen, deze verplichting moet worden nagekomen;
l) Vloer bij keukenkozijn achterkant buiten is niet afgewerkt;
m) Er zou een extra plank in garderobekast worden geplaatst, maar deze ontbreekt.
2.11.
[eiser in reconventie] heeft ook buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Deze kan als gegrond op de wet worden toegewezen, nu vast staat dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke kosten toewijzen tot het tarief dat hoort bij het aan hoofdsom toegewezen bedrag (€ 24.301,25). Dit betekent dat een bedrag van € 1.231,80 zal worden toegewezen.
in conventie
2.12.
Onder 3.17 van het tussenvonnis is geoordeeld dat [gedaagde in conventie] (na verrekening) in beginsel nog een bedrag van € 547,11 is verschuldigd, maar dat nog beoordeeld moest worden of zij een terecht beroep op opschorting heeft gedaan. Gelet op het voorgaande is dit het geval, omdat [eiser in conventie] de werkzaamheden (zoals onder 2.8 staan vermeld) nog moet verrichten. Dit betekent dat [gedaagde in conventie] nog niet in verzuim is en daarom nog niet aan haar betalingsverplichting hoeft te voldoen. Pas op het moment dat [eiser in conventie] de werkzaamheden waartoe hij wordt veroordeeld is nagekomen, eindigt het recht op opschorting door [gedaagde in conventie] en wordt het bedrag van € 547,11 opeisbaar. Dit betekent dat in deze procedure het bedrag van € 547,11 zal worden afgewezen.
2.13.
Nu de vordering zal worden afgewezen omdat [gedaagde in conventie] nog niet in verzuim is, zullen ook de door [eiser in conventie] gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
proceskosten
in conventie
2.14.
[eiser in conventie] is de partij die ongelijk krijgt en hij moet daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde in conventie] worden begroot op
  • salaris gemachtigde € 264,00 (2 punten x tarief € 132,00)
  • nakosten € 66,00
---------
Totaal € 330,00
2.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
In reconventie
2.16.
[verweerder in reconventie] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en hij moet daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in reconventie] worden begroot op
  • salaris gemachtigde € 1.190,25 (4,5 punten x tarief € 529,00 x ½)
  • nakosten € 132,00
---------
Totaal € 1.322,25
2.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser in conventie] in de proceskosten van € 330,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiser in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiser in conventie] ook de kosten van betekening betalen,
veroordeelt [eiser in conventie] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
veroordeelt [verweerder in reconventie] , uiterlijk vier weken na betekening van dit vonnis, tot nakoming van:
1) het ter plaatse van de kozijnen bij de achterpui goed en deugdelijk aanbrengen van een waterkerende laag onder de onderdorpel;
2) het goed en deugdelijk afwerken van de bovenzijde van het opgaand metselwerk;
3) het goed en deugdelijk vervangen van de MDF-aftimmering op de buitenkozijnendoor een voldoende waterbestendige exterieurplaat en het aanbrengen daarboven van een waterkerende gevelaansluiting;
4) het goed en deugdelijk waterkerend afdichten van de keldermuurdoorvoeren;
5) het goed en deugdelijk herstellen van de inwendige hoek in de keuken van de gevlinderde betonvloer;
6) het goed en deugdelijk herstellen van de door de Expert in het Rapport vastgestelde oneffenheden en gaten in de stukadoorwerkzaamheden;
7) het goed en deugdelijk herstellen van de toiletdeur zodat deze goed is af te sluiten;
8) het goed en deugdelijk herstellen van de lekkende afvoer in de bijkeuken;
9) het goed en deugdelijk afdoppen van niet-afgedopte elektraleidingen en het goed en deugdelijk bevestigen van loshangende en/of met tape afgewerkte elektraleidingen in de meterkast;
zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [verweerder in reconventie] in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 10.000,00,
veroordeelt [verweerder in reconventie] tot betaling van een bedrag van € 24.301,25 inclusief btw als vervangende schadevergoeding,
veroordeelt [verweerder in reconventie] tot verdere schadevergoeding wegens het herstellen van het schuimbeton / de funderingsvloer nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
veroordeelt [verweerder in reconventie] tot verdere schadevergoeding wegens het herstellen van de punten a tot en m onder 2.10 van dit vonnis nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
veroordeelt [verweerder in reconventie] in de proceskosten van € 1.322,25, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [verweerder in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [verweerder in reconventie] ook de kosten van betekening betalen,
veroordeelt [verweerder in reconventie] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op
27 december 2023.