In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een woning. De eiser, [eiser], heeft de gedaagde, [gedaagde], aangeklaagd wegens een aanzienlijke huurachterstand die is ontstaan sinds januari 2023. De huurachterstand is opgelopen tot € 7.542,37, inclusief rente en incassokosten. De gedaagde heeft erkend dat hij in financiële problemen verkeert, maar heeft geen concrete stappen ondernomen om deze situatie te verhelpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling, waardoor hij zijn stellingen niet kon toelichten. De rechter oordeelt dat de gedaagde tekort is geschoten in zijn betalingsverplichtingen en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.