Op 15 maart 2021 heeft [b.v.] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van een bedrijfsruimte tot appartementen in [plaats 1]. Op 9 augustus 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal deze vergunning verleend. De opposanten, die van mening zijn dat de vergunning van rechtswege was verkregen door het verstrijken van de beslistermijn, hebben het college in gebreke gesteld op 17 januari 2023 en op 6 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van de vergunning. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het volgens haar onredelijk laat was ingediend.
In de verzetzaak beoordeelt de rechtbank of de eerdere uitspraak terecht was. De opposanten stellen dat zij niet onredelijk laat in gebreke hebben gesteld en dat zij pas recentelijk op de hoogte waren van de situatie rondom de beslistermijn. De rechtbank oordeelt echter dat de opposanten, gezien de publicatie van de aanvraag, eerder rechtsmiddelen hadden moeten instellen. De verzetrechter bevestigt de eerdere uitspraak en verklaart het verzet ongegrond, waardoor de eerdere beslissing in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.