Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2023 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [plaats] , eisers.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1. Wat zijn de feiten?
2. Wat is het wettelijk kader?
3. Wat heeft het college besloten?
4. Welke gronden hebben eisers aangevoerd?
5. Had het college de aanvraag buiten behandeling moeten laten?
voorwaarde onder aheeft het college gemotiveerd toegelicht dat het oppervlak aan bebouwing voor minstens 50% voor wonen wordt gebruikt [7] , omdat uit de overgelegde situatietekening blijkt dat alleen de bijkeuken en de garage gebruikt worden voor de cateringactiviteiten. Het overige deel van de bebouwing is meer dan 50% van het oppervlak aan bebouwing en wordt als woning gebruikt. De achtertuin en voortuin kunnen niet worden aangemerkt als ‘bebouwing’. Daarnaast mag de achtertuin gelet op de voorschriften niet worden gebruikt voor cateringactiviteiten en ligt de voortuin op Belgisch grondgebied waardoor het college daar geen rechtsmacht over heeft. In het voorgaande heeft het college ook aanleiding kunnen zien voor de conclusie dat de woonfunctie op het bouwperceel primair blijft en dat aan de
voorwaarde onder bwordt voldaan. [8] In rechtsoverweging 6.7 heeft de rechtbank overwogen dat het college redelijkerwijs heeft kunnen vaststellen dat sprake is van een cateringbedrijf dat kan worden aangemerkt als een bedrijf aan huis en dat geen sprake is van detailhandel. [9] Gelet daarop acht de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat wordt voldaan aan de
voorwaarde onder d. Het college heeft ten aanzien van de
voorwaarde onder eook voldoende toegelicht dat het cateringbedrijf niet kan worden aangemerkt als een milieuzoneringsplichtige inrichting. [10] De rechtbank is er bij de beoordeling van deze voorwaarde vanuit gegaan dat de voorwaarde – gelet op het gebruik van de term ‘plichtige’ – doelt op een verplichte milieuzonering op grond van wet- of regelgeving. De rechtbank is niet gebleken van een dergelijke plicht.
voorwaarde onder fvoldoende gemotiveerd dat niet aannemelijk is dat de cateringactiviteiten een nadelige invloed zullen hebben op de afwikkeling van het verkeer. [11] Uit de omgevingsvergunning blijkt dat afhaalmogelijkheden niet zijn toegestaan en daarnaast acht de rechtbank aannemelijk dat verkeersbewegingen als gevolg van laden en lossen gelet op de beperkte omvang van het cateringbedrijf ook beperkt zullen blijven.
voorwaarde onder cheeft het college in het bestreden besluit onvoldoende met objectieve en verifieerbare bewijsstukken onderbouwd en aannemelijk gemaakt dat de cateringactiviteiten geen ernstige c.q. onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu. Het college lijkt te hebben getoetst aan de richtafstanden voor geluid en geur van tabel 1 bij de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering'. In dat tabel staan cateringbedrijven opgenomen en wordt voor geur een richtafstand van 10 meter en voor geluid een richtafstand van 30 meter opgenomen. Wanneer die richtafstanden in acht worden genomen, wordt er in de praktijk vanuit gegaan dat geen hinder ontstaat bij omwonenden. Tussen de woning van vergunninghouders en eisers ligt echter minder dan 10 meter. Het college heeft naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende gemotiveerd en met objectieve en verifieerbare bewijsstukken onderbouwd dat binnen die afstand geen onevenredige hinder op zal treden voor eisers. Het college stelt in het bestreden besluit alleen dat naar verwachting geen geluids- en geuroverlast plaats zal vinden, omdat de activiteiten binnen plaats zullen vinden en geen gebruik zal worden gemaakt van grootkeukenapparatuur. Gelet daarop is het volgens het college vergelijkbaar met het gebruik van een normale keuken in een woning. De rechtbank acht deze motivering onvoldoende als onderbouwing van het standpunt dat geen geluids- en geuroverlast plaats zal vinden, omdat een normale keuken in een woning niet dermate intensief gebruikt wordt.
voorwaarde onder gook onvoldoende gemotiveerd dat op eigen terrein kan worden voorzien in de nodige parkeergelegenheid. Het aantal benodigde parkeerplaatsen heeft het college conform de Nota parkeernormen 2011 van de gemeente vastgesteld op 1 parkeerplaats. Uit diezelfde nota blijkt dat voor een woning in Baarle-Nassau van meer dan 100 m2 een parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen geldt. Uit de stukken blijkt dat bij de woning in totaal slechts twee parkeerplaatsen op eigen terrein kunnen worden gerealiseerd. Gelet daarop acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt dat op eigen terrein kan worden voorzien in de extra parkeerbehoefte voor het cateringbedrijf.
De beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 1 februari 2023;
- draagt het college op om een nieuwe beslissing op het bezwaar van eisers te nemen;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 184,- eisers te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.674,-;