ECLI:NL:RBZWB:2023:9070

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
AWB- 23_10704
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake niet tijdig beslissen op bezwaar tegen kinderopvangtoeslag

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 1 juni 2022 tegen een afwijzende beschikking van 13 mei 2022. De rechtbank stelt vast dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen ingebrekestelling heeft verstuurd. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank zonder zitting uitspraak doen als het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De rechtbank legt uit dat een betrokkene een bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar, voordat hij beroep kan instellen. In dit geval heeft eiseres geen ingebrekestelling gestuurd die betrekking heeft op haar bezwaarschrift, waardoor de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, de Belastingdienst/Toeslagen alsnog moet beslissen op het bezwaarschrift van eiseres.

De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders in aanwezigheid van griffier M.R. Jouvenaar en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/10704

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. A. van Tol-Macharoblishvili),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar van 1 juni 2022 tegen de afwijzende beschikking eerste toets € 30,000,- van 13 mei 2022.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. Als de betrokkene geen ingebrekestelling stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval heeft eiseres geen ingebrekestelling verstuurd die betrekking heeft op haar bezwaarschrift. De ingebrekestelling van 1 juni 2022, door verweerder ontvangen op 3 juni 2022, gaat namelijk over de integrale herbeoordeling van eiseres haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag.
3.1.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.2.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift, niet wegneemt dat verweerder inmiddels had moeten beslissen op het bezwaarschrift en, voor zover hij dit nog niet heeft gedaan, dit zo spoedig mogelijk alsnog dient te doen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 21 december 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.