ECLI:NL:RBZWB:2023:9070
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake niet tijdig beslissen op bezwaar tegen kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 1 juni 2022 tegen een afwijzende beschikking van 13 mei 2022. De rechtbank stelt vast dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen ingebrekestelling heeft verstuurd. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank zonder zitting uitspraak doen als het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank legt uit dat een betrokkene een bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar, voordat hij beroep kan instellen. In dit geval heeft eiseres geen ingebrekestelling gestuurd die betrekking heeft op haar bezwaarschrift, waardoor de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, de Belastingdienst/Toeslagen alsnog moet beslissen op het bezwaarschrift van eiseres.
De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders in aanwezigheid van griffier M.R. Jouvenaar en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.