ECLI:NL:RBZWB:2023:8999
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak inzake omgevingsvergunning voor dieraantallen in varkenshouderij
In deze zaak hebben verzoekers beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk, omdat zij van mening zijn dat het college niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag voor een omgevingsvergunning, ingediend op 8 juni 2020. Deze aanvraag betrof een wijziging en uitbreiding van dieraantallen binnen de bestaande stalruimte van hun varkenshouderij. De rechtbank heeft eerder, op 17 maart 2023, het beroep gegrond verklaard en het college opgedragen om uiterlijk 1 november 2023 een besluit bekend te maken.
Op 20 september 2023 hebben verzoekers een verzoek tot herziening ingediend van de uitspraak van 17 maart 2023, omdat zij vernomen hadden dat het college de deadline van 1 november 2023 niet zou halen. Verzoekers vroegen om een substantiële verhoging van de opgelegde dwangsom. De rechtbank heeft echter, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om het verzoek zonder zitting te behandelen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat herziening van een uitspraak alleen mogelijk is voor onherroepelijke uitspraken van de rechtbank of uitspraken van de voorzieningenrechter. Aangezien de uitspraak van 17 maart 2023 niet onder deze categorieën valt, heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het verzoek om herziening kennis te nemen. De griffier is opgedragen het door verzoekers betaalde griffierecht terug te storten. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert op 19 december 2023 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.