ECLI:NL:RBZWB:2023:8980

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
02/700150-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor betrokkene na eerdere veroordeling

Op 20 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (TBS) van betrokkene, geboren in 1998, die momenteel verblijft in een TBS-instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met twee jaar toegewezen. De TBS was oorspronkelijk opgelegd na een veroordeling in 2019 voor poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank constateerde dat de TBS met voorwaarden op 23 oktober 2019 was aangevangen en dat de termijn van de TBS op 23 oktober 2023 zou eindigen, maar dat deze datum was gepasseerd door uitstel van de behandeling van de vordering. Tijdens de zitting op 6 december 2023 zijn zowel de officier van justitie als betrokkene gehoord, waarbij betrokkene werd bijgestaan door zijn raadsvrouw. De TBS-instelling adviseerde de verlenging van de TBS, gezien de aanhoudende problematiek van betrokkene, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en cannabisgebruik. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid de verlenging van de TBS eisten, en dat er nog veel stappen gezet moesten worden in het behandeltraject van betrokkene. De rechtbank volgde het advies van de TBS-instelling en verlengde de TBS met twee jaar, waarbij de rechtbank ook de proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel in acht nam.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02/700150-18
beslissing van de meervoudige kamer van 20 december 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
thans verblijvende te [TBS-instelling] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 29 augustus 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging (hierna: TBS) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 2 februari 2023 tot en met het tweede kwartaal van 2023, definitief op 25 september 2023;
- het rapport van [TBS-instelling] (hierna: de TBS-instelling) van 14 augustus 2023, waarin het advies van de instelling is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van
13 februari 2019 is betrokkene, wegens poging tot doodslag, zware mishandeling en handelen in strijd met artikel 27, eerste lid van de Wet wapens en munitie, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, en is aan hem TBS met voorwaarden opgelegd.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht.
De TBS met voorwaarden is op 23 oktober 2019 aangevangen.
Bij beslissing van 26 april 2022 heeft de rechtbank – gelet op het feit dat betrokkene voorwaarden had overtreden – bevolen dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De TBS zou, behoudens verlenging, eindigen op 23 oktober 2023.
Deze datum is reeds gepasseerd. Dit is gelegen in de omstandigheid dat de vordering van de officier van justitie op 28 september 2023 zou worden behandeld, maar betrokkene daar wegens medische omstandigheden niet bij aanwezig kon zijn. De behandeling is op die datum aangehouden tot 6 december 2023.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 6 december 2023 is de officier van justitie mr. L.J. den Braber gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. Wouters, advocaat te Middelburg.
Verder is als deskundige gehoord [naam] , klinisch psycholoog en regiebehandelaar bij de TBS-instelling.

3.Het advies van de TBS-instelling

De TBS-instelling heeft in de rapportage geadviseerd de TBS te verlengen met twee jaar en heeft daartoe in haar advies, samengevat, het volgende vermeld.
Betrokkene is diagnostisch bekend met een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, een verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van cannabis.
Er is bij betrokkene sprake van ontbrekend probleeminzicht, impulsiviteit, beperkte frustratietolerantie, een directe behoeftebevrediging en beperkte copingvaardigheden.
Betrokkene verblijft sinds 2 februari 2023 in de TBS-instelling.
Er is wisselend sprake van periodes die goed gaan, waarbij betrokkene zegt gemotiveerd te zijn voor zijn behandeling, vriendelijk en behulpzaam is, zijn blokkenrooster volgt en de groep op een positieve manier beïnvloedt, en periodes die minder goed gaan, waarbij hij terugvalt in dezelfde patronen, door zich regelmatig niet aan de afspraken op de afdeling te houden en terug te vallen in middelengebruik, waardoor hij zijn blokken niet mag volgen en hij de groep op een negatieve manier beïnvloedt. In die periodes ervaart betrokkene spanning over meerdere onderwerpen en situaties, welke spanning hij niet zelfstandig kan reguleren. Dit resulteert naast het gebruik van cannabis ook in verbaal vijandig en dreigend gedrag.
In het kader van verlenging van de TBS is de TBS-instelling van mening dat de kernproblematiek en de risicofactoren die ten grondslag liggen aan de indexdelicten nog actueel zijn. Betrokkene staat gelet op de relatief recente opname nog aan het begin van zijn behandeltraject, waarin de eerste stappen moeten worden gezet, zoals het in kaart brengen van de diagnostiek, de risicofactoren en de benodigde behandelinterventies. Daarnaast beschikt de TBS-instelling ook nog niet over een machtiging om betrokkene verlof te verlenen.
Op dit moment is er nog sprake van een hoog recidiverisico op terugval in gewelddadig gedrag bij verval van de huidige maatregel/zorg en toezicht. Binnen de TBS met voorwaarden is het niet gelukt om het recidiverisico te verlagen. De risicofactoren worden op dit moment door een beveiligde en gestructureerde setting gematigd, maar zijn nog onvoldoende bewerkt. Verlenging van de TBS-maatregel is dan ook noodzakelijk om het recidiverisico te verminderen. De komende periode zal moeten uitwijzen in hoeverre er binnen de huidige setting sprake is van responsiviteit vanuit betrokkene, zodat het risicomanagement verder kan worden geconcretiseerd. Om zijn vrijheden stapsgewijs uit te breiden, is behandelontwikkeling nodig. Op basis daarvan worden het resocialisatietraject en het uitstroomdoel verder vormgegeven, maar hiervoor is tijd nodig. De verwachting is dat de behandeling en de afwikkeling van het traject nog enkele jaren in beslag zal nemen.
Ter zitting heeft de deskundige het advies van de TBS-instelling bevestigd en daaraan nog het volgende toegevoegd. De TBS-instelling is over een aantal zaken tevreden, maar over een aantal zaken ook minder tevreden. Door het drugsgebruik en de ruis loopt het traject van betrokkene vast, waardoor er geen verlof kan worden aangevraagd en betrokkene op zijn kamer moet blijven. Van de laatste vijf urinecontroles waren er vier positief. Vanaf volgende week wordt zijn schematherapie herstart en het psychologisch onderzoek zit in de afrondende fase.
Dit onderzoek is ingezet, omdat werd gezien dat betrokkene veel is overgeplaatst tussen afdelingen en tussen wal en schip leek te vallen.
Om een eind te maken aan de onzekerheid over een passende afdeling en behandeling, was het raadzaam om goed te laten onderzoeken welk behandelplan er voor de komende tijd zou moeten volgen. Dit onderzoek vergt veel tijd en zal naar verwachting aan het eind van dit jaar zijn afgerond. Betrokkene werkt goed mee aan dit onderzoek en ook wordt gezien dat hij – ondanks enkele nukkige dagen – op zijn huidige afdeling vaak vrolijkheid uitstraalt. Betrokkene ervaart anderzijds onrust in zijn hoofd, die is geprobeerd te verhelpen met antipsychotica. Deze medicatie heeft niet mogen baten, omdat zijn verslaving hardnekkig lijkt te zijn. Hij volgt nu vaktherapie, zodat hij op een andere manier kan omgaan met spanning en stress. In deze therapie wordt geprobeerd om hem andere vormen van coping aan te leren. In het bestaande recidiverisico is nog geen verandering gekomen. De verwachting is niet dat uit het psychologisch onderzoek naar voren zal komen dat binnen één jaar alles in het traject van betrokkene kan zijn geregeld. Uit dit onderzoek zal wel blijken hoe de kwetsbaarheden van betrokkene kunnen worden aangepakt en wat zijn sterke kanten zijn. Er is momenteel sprake van een langdurig patroon, waarbij op een ongelukkige manier wordt omgegaan met spanning en stress. Het is de komende periode aan betrokkene om samen met de TBS-instelling een manier te vinden om hiermee op een positieve wijze om te gaan. Daarnaast is er op dit moment nog geen sprake van verlof. Het ligt ook niet in de lijn der verwachting dat het verloftraject spoedig zal verlopen en het kan zeker nog wel meer dan twee jaar duren voordat het gehele traject is afgerond, waarbij betrokkene baat heeft bij een goede opbouw en zorgvuldigheid.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de TBS met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het naar omstandigheden goed met hem gaat. Het lukt hem steeds beter om het gesprek aan te gaan over zaken waarmee hij zit en gefrustreerd over is. Hij zet daarin per week stappen vooruit. Er is nog wel sprake van cannabisgebruik, maar de nieuwe medicatie die hij krijgt, lijkt effect te hebben, doordat zijn zucht naar drugs minder wordt. Hij is zich – ondanks dat hij zijn gebruik niet ziet als een verslaving, maar als zelfmedicatie – ervan bewust dat hij zijn cannabisgebruik moet stoppen. Hij ziet het gebruik niet als een verrijking van zijn leven en ook zijn vriendin – waarmee hij een goede relatie heeft – wil graag dat hij het gebruik stopt.
Hij volgt op dit moment schematherapie en agressie-regulatietherapie.
Volgens betrokkene moet er nog veel werk worden verricht, maar gaat het om kleine dingen die moeten veranderen. Het gaat nu redelijk goed en hij gedraagt zich niet slecht. Er is nog geen sprake geweest van verlof. Dit zit ook nog niet in de opstartende fase, hetgeen samenhangt met zijn zucht naar drugs, ruis die er kan ontstaan en met bepaalde zaken die samenhangen met zijn therapie die nog moet worden afgerond.
De verdediging heeft betoogd dat de TBS met één jaar moet worden verlengd, zodat over een jaar opnieuw kan worden bekeken waar betrokkene in zijn traject staat. Betrokkene heeft in de afgelopen twee jaar feitelijk stilgestaan. Vanuit de TBS-instelling kunnen nu – mede gelet op het nieuwe psychologisch onderzoek dat bijna is afgerond en perspectief biedt – op korte termijn grote stappen worden gezet, zodat verlenging van één jaar meer op de weg ligt dan twee jaar.
Ook het feit dat er nu nog onduidelijkheid bestaat over een in te zetten behandeling, maar er in het huidige traject nu wel een vertrouwensband tussen betrokkene en zijn behandelaar bestaat, vormt een argument voor verlenging met één jaar. Betrokkene toont in zijn huidige traject inspanning en wil iets van zijn leven maken.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg kennis heeft genomen van het misdrijf ter zake waarvan de TBS is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één maand voor het tijdstip waarop de TBS door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De TBS kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en moet voortvloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de TBS-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank zal de TBS van betrokkene daarom verlengen.
Met betrekking tot de vraag of de TBS met één of met twee jaar moet worden verlengd, overweegt de rechtbank als volgt. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de TBS – behoudens bijzondere omstandigheden – moet worden verlengd met een termijn van twee jaar.
Uit de rapportage van de TBS-instelling en de toelichting van de deskundige ter zitting is gebleken dat betrokkene aan het begin staat van zijn traject, waarbij periodes dat het goed gaat, worden afgewisseld met periodes dat het niet goed gaat en hij zich dan niet aan de afspraken houdt, spanningen ervaart met als gevolg cannabisgebruik en zich op een nare verbale manier uit. In zijn traject moet nog veel in kaart worden gebracht en moeten nog veel stappen worden gezet – zeker in het kader van het verlagen van het recidiverisico – waarbij de verwachting is dat hiervoor nog enkele jaren nodig zijn. Ook is er nog geen enkel zicht op verlof of uitbreiding van vrijheden. Het nieuwe psychologisch onderzoek dat op korte termijn zal worden afgerond, zal geen verandering brengen in de prognose van de behandel- en trajectduur. De relatie met zijn behandelaars is goed en er bestaat een zekere vertrouwensband.
In het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding de termijn van de verlenging van de TBS niet te beperken tot één jaar. De rechtbank zal dan ook het advies van de TBS-instelling volgen en de TBS met verpleging van overheidswege verlengen met twee jaar.
Gelet op het voorgaande en gelet op de aard van de indexdelicten is naar het oordeel van de rechtbank met verlenging van de TBS met twee jaar ook voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Op basis van hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de TBS met verpleging van overheidswege van betrokkene wordt verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met 2 (twee) jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter,
mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. J. Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.A. Huwae en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 december 2023.