ECLI:NL:RBZWB:2023:8971
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. De Beer
- Rechtspraak.nl
Vaststellen van een zorgregeling voor minderjarigen in het kader van ondertoezichtstelling
Op 11 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd aanhangig gemaakt door de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die verzocht om een voorlopige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De ouders van de minderjarigen zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen wonen bij de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen onder toezicht zijn gesteld van de GI en dat er behoefte is aan een zorgregeling die de stabiliteit en rust voor de kinderen waarborgt.
Tijdens de mondelinge behandeling was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, terwijl de vader niet verscheen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader correct was opgeroepen. De GI heeft aangegeven dat er geen door de kinderrechter vastgestelde zorgregeling bestaat en dat er behoefte is aan begeleide omgang tussen de vader en de kinderen. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI toegewezen en bepaald dat de kinderen bij de moeder blijven wonen, terwijl de omgang met de vader onder regie van de GI zal plaatsvinden, met een faseplan voor de opbouw van de omgang.
De kinderrechter heeft benadrukt dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de omgang met de vader alleen kan plaatsvinden als dit veilig is en in het belang van de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de zorgregeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De kinderrechter heeft de voorwaarden voor de omgang en de evaluatie van het faseplan vastgesteld, waarbij de ontwikkeling van de kinderen centraal staat.