ECLI:NL:RBZWB:2023:8952
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in verband met niet tijdig beslissen op Woo-verzoek
Op 14 december 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Op dezelfde dag heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft op 18 december 2023 laten weten dat het beroep versneld behandeld zal worden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de voorlopige voorzieningprocedure bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Volgens artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een voorlopige voorziening alleen worden getroffen als er sprake is van “onverwijlde spoed”.
De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of er sprake is van onverwijlde spoed die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Verzoeker heeft aangegeven dat hij al een jaar wacht op een beslissing op zijn Woo-verzoek en dat hij de informatie nodig heeft voor een strafzitting op 25 maart 2024. De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat de rechtbank al heeft besloten om het beroep versneld te behandelen, wat betekent dat de termijnen korter zijn dan bij een gewone behandeling. Gezien de ontvangst van het beroepschrift op 14 december 2023, is het waarschijnlijk dat de uitspraak ruim voor de datum van de strafzitting zal worden gedaan.
Daarom heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat er geen spoedeisende omstandigheden zijn die maken dat verzoeker de uitspraak in beroep niet kan afwachten. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders op 20 december 2023 en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.