ECLI:NL:RBZWB:2023:8947
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten in bestuursrechtelijke zaak over arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 november 2023, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in de proceskosten. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen besluiten van het UWV van 14 september 2020 en 1 april 2021, maar trok deze beroepen in nadat het UWV op 6 oktober 2023 haar besluiten had vervangen en haar alsnog volledig arbeidsongeschikt had verklaard per de data in geding. Het UWV heeft geen verzet aangetekend tegen de veroordeling in de proceskosten, griffierecht en kosten van het expertise-instituut.
De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld te reageren op de verzoeken om veroordeling in de proceskosten. Aangezien het UWV zich niet verzet tegen de veroordeling, heeft de rechtbank zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel tegemoet is gekomen aan verzoekster door haar alsnog volledig arbeidsongeschikt te verklaren. Hierdoor is het verzoek om proceskostenveroordeling kennelijk gegrond.
De rechtbank heeft de proceskosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten, inclusief het door haar betaalde griffierecht van € 48 en € 49. De totale vergoeding voor de proceskosten bedraagt € 4.416,75, bestaande uit € 2.511 voor rechtsbijstand en € 1.905,75 voor deskundigenkosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.