Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006. De zaak betreft openlijke geweldpleging in vereniging en het medeplegen van zware mishandeling. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 7 december 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging is gewijzigd en de verdachte werd beschuldigd van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer op 3 december 2022 in Terneuzen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is voor de zware mishandeling, maar dat de verdachte wel schuldig is aan openlijke geweldpleging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld, ondanks dat zijn rol minder zwaar was dan die van zijn medeverdachte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit, maar hem wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging.
Wat betreft de strafoplegging heeft de rechtbank een werkstraf van 60 uur opgelegd, waarvan 20 uur voorwaardelijk, en een proeftijd van één jaar. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de behandeling van deze vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde feit.