ECLI:NL:RBZWB:2023:8849

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/02/416589 / FA RK 23/5657
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor de duur van vierentwintig maanden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van vierentwintig maanden, aansluitend op een eerdere zorgmachtiging. De betrokkene, geboren in 1967 en thans verblijvende in een zorginstelling, heeft een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en een beperkte ziektebesef. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2023 zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een arts van de HAT-afdeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ernstige psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en agressief gedrag. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de verzochte duur van vierentwintig maanden en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer en in het openbaar uitgesproken, met een schriftelijke uitwerking op 21 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416589 / FA RK 23/5657
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 14 december 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende in de accommodatie [zorginstelling] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 1 december 2023, ingekomen ter griffie op 1 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 november 2023;
- de medische verklaring van 17 november 2023;
- een zorgplan van 30 oktober 2023;
- een zorgkaart van 24 oktober 2023;
- het crisissignaleringsplan van 31 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de beschikking van 13 januari 2023 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg op het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 december 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- dhr. [naam] , arts van de HAT-afdeling.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van vierentwintig maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft aangegeven dat hij het liefst naar huis gaat, maar begrijpt dat dat niet kan. Het liefst zou hij ook niet willen dat de zorgmachtiging wordt verlengd. Verder vindt betrokkene het fijn dat hij overdag kan werken en soms naar zijn zus kan gaan.
3.2
Namens betrokkene bevestigt de advocaat het beeld dat de arts schetst. De advocaat begrijpt dat is voldaan aan de wettelijke criteria om de zorgmachtiging voor de duur van twee jaar te verlengen. Ook is betrokkene het eens met de duur van twee jaar.
3.3
De arts heeft toegelicht dat betrokkene in het verleden vaak psychoses heeft gehad. Die psychoses zijn op zichzelf goed te behandelen, maar het lastige is dat betrokkene een beperkt ziektebesef en -inzicht heeft. Betrokkene begrijpt niet goed waarom hij de medicatie nodig heeft. Dit leidt ertoe dat betrokkene ten tijde van een psychotische decompensatie niet langer bereid kan zijn om de medicatie in te nemen. Ook geeft betrokkene vanwege het geringe ziektebesef en -inzicht zelf aan dat hij het liefst geen medicatie inneemt en dat hij met medicatie zal stoppen als er geen zorgmachtiging meer is. Daarbij komt dat in het verleden (in een gecontroleerde setting) is geprobeerd om de medicatie te verminderen als gevolg waarvan er direct een opvlamming was met fors ernstig nadeel voor en door betrokkene die bestaat uit agressie en ontremming. Om te voorkomen dat een herhaling van een dergelijke situatie zich voordoet in combinatie met dat het ziektebesef en -inzicht van betrokkene niet groeit, schat de arts in dat de situatie schadelijk is voor betrokkene als er geen machtiging meer is. Betrokkene functioneert immers goed zolang hij de medicatie inneemt. Daarbij komt dat ook de plek van betrokkene op het HAT op het spel kan komen te staan als hij psychotisch decompenseert. Wat betreft de vormen van verplichte zorg zijn het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische controles en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen niet nodig.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Anders dan betrokkene vindt, is het de rechtbank gebleken dat betrokkene chronisch psychotisch is met een uitgebreid waansysteem. Ook is betrokkene bekend met ASS. Hij heeft een beperkt ziektebesef en
-inzicht en handelt vanuit een gestoorde realiteitstoetsing.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Ten tijde van een psychotische decompensatie kan betrokkene zichzelf verwaarlozen en isoleren van de buitenwereld. Ook is hij dan bekend met (fysiek) agressief gedrag, (seksuele) ontremming en het plegen van (gewelds)delicten. Daarbij komt dat de arts heeft toegelicht dat betrokkene zijn plek op de HAT kan verliezen in het geval het ernstig nadeel zich als gevolg van de stoornis voordoet.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene is gebaat bij toezicht en controle. Met name omdat betrokkene een beperkt ziektebesef en -inzicht heeft. Zo begrijpt betrokkene niet waarom hij de psychiatrische medicatie nodig heeft. Eerder heeft betrokkene ook aangegeven dat hij het liefst geen medicatie inneemt en zal stoppen met de medicatie als er geen zorgmachtiging meer is. Om te voorkomen dat betrokkene niet langer de psychiatrische medicatie inneemt als gevolg waarvan hij psychotisch kan decompenseren en niet langer meewerkt, is er een zorgmachtiging nodig. Het is immers belangrijk dat de (ambulante) behandeling wordt gecontinueerd om een opvlamming van een psychose en het daarmee gepaard gaande ernstig nadeel te voorkomen.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van vierentwintig maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 december 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer, rechter en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 21 december 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.