Op 8 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Deze beschikking is voortgekomen uit een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene, geboren in 2003, die momenteel verblijft in een GGZ-accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een ernstige psychische stoornis, met name een vitaal depressief beeld en suïcidaliteit, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en automutilatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 december 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en zorgprofessionals. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de verzochte zorgmachtiging verleend voor de duur van 3 maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De overige verzochte vormen van zorg zijn afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en is op 15 december 2023 schriftelijk uitgewerkt.