ECLI:NL:RBZWB:2023:8757

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
AWB- 23_10697 VV en AWB- 23_10699
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening en niet-ontvankelijkheid beroep sociale urgentie bij toewijzing sociale huurwoning

In deze zaak heeft verzoekster op 6 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om urgentie bij de toewijzing van een sociale huurwoning. Tegelijkertijd heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op 9 november 2023 heeft een woningbouwstichting aan verzoekster laten weten dat zij voorrang krijgt voor het verkrijgen van woonruimte. Op 24 november 2023 heeft verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om verweerder in de proceskosten te veroordelen.

De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig was. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak en heeft daarom op grond van artikel 8:86 van de Awb niet alleen uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster op 5 oktober 2023 aan de woningbouwstichting heeft verzocht om toewijzing van sociale urgentie, maar niet aan verweerder. Dit betekent dat er geen sprake is van niet tijdig beslissen door verweerder. Het beroep van verzoekster is daarom niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen grond voor een proceskostenveroordeling, omdat niet verweerder maar de woningbouwstichting aan het verzoek om toewijzing van sociale urgentie heeft voldaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 23/10697 VV en 23/10699 HUISV

uitspraak van 13 december 2023 van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam verzoekster] , te [woonplaats verzoekster] , verzoekster,

gemachtigde: mr. R. Moghni
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 6 november 2023 beroep ingesteld tegen het, naar zij heeft gesteld, niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om urgentie bij de toewijzing van een sociale huurwoning.
Tegelijkertijd heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 9 november 2023 heeft [naam woningbouwstichting] aan verzoekster te kennen gegeven dat aan haar voorrang verleend wordt voor het verkrijgen van woonruimte.
Bij brief van 24 november 2023 heeft verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken onder het gelijktijdige verzoek om verweerder in de proceskosten te veroordelen.
De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) resp. artikel 8:83, derde lid, van de Awb in deze zaken niet nodig is.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter is van oordeel dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak en doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Awb niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
2. Uit de door verzoekster overgelegde stukken blijkt dat zij op 5 oktober 2023 aan [naam woningbouwstichting] heeft verzocht om toewijzing van sociale urgentie. Niet blijkt dat zij dit (ook) aan verweerder heeft verzocht. Dit betekent dat van niet tijdig beslissen door verweerder geen sprake kan zijn.
3. Het beroep van verzoekster moet daarom niet-ontvankelijk verklaard worden. Gelet hierop is er geen grond voor een proceskostenveroordeling.
4. Uit het procesverloop blijkt dat niet verweerder maar [naam woningbouwstichting] tegemoet is gekomen aan het verzoek om toewijzing van sociale urgentie. Een veroordeling van verweerder in de proceskosten is daarom niet aan de orde.

Beslissing

De voorzieningenrechter
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 13 december 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.