ECLI:NL:RBZWB:2023:8752

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
02-098793-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens bezit en verspreiden van kinderporno met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 15 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en verspreiden van kinderporno. De verdachte, geboren in 1968, heeft tijdens de zitting op 1 december 2023 bekend dat hij kinderporno op zijn telefoon had, maar voerde verweer over de periode waarin hij deze afbeeldingen in zijn bezit had en de beschikkingsmacht over een deel van de afbeeldingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 7 juli 2020 tot en met 7 juli 2022 meermalen kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank legde een taakstraf van 180 uur op, alsook een gevangenisstraf van 14 dagen, waarvan 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van het bezit van kinderporno, gezien de impact op de slachtoffers en de noodzaak om de vraag naar dergelijk materiaal te bestrijden. De verdachte toonde weinig inzicht in de ernst van zijn daden en de rechtbank vond het noodzakelijk om een gevangenisstraf op te leggen om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/098793-23
vonnis van de meervoudige kamer van 15 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1968 te [plaats]
wonende te [woonadres]
raadsman mr. D.A. Souisa, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 december 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.P. de Graaf, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderporno heeft verworven of in zijn bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. Hij en baseert zich daarbij op het aantreffen van de kinderpornografische afbeeldingen op de telefoon van verdachte en de bekennende verklaring van verdachte ter zitting dat hij gedurende een korte periode kinderpornografische afbeeldingen heeft gekeken en naar anderen heeft gestuurd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van het niet opzettelijke bezit van slechts enkele van de afbeeldingen op zijn telefoon gedurende een korte periode. De verdediging stelt dat alleen van de afbeeldingen 2 en 4 aangenomen kan worden dat deze benaderbaar waren voor verdachte en wijst erop dat van de afbeeldingen 1 en 3 niet duidelijk is waar zij zijn aangetroffen in de telefoon en dus niet duidelijk is of zij direct benaderbaar waren. Voor de afbeeldingen 5 tot en met 10 geldt dat zij alleen in de cachebestanden van de telefoon zijn aangetroffen en dat deze niet zonder speciale software toegankelijk waren. Verdachte had geen beschikkingsmacht over deze afbeeldingen en was zich er niet van bewust was dat deze afbeeldingen zich op zijn telefoon bevonden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht
4.3.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Op 7 juli 2022 zijn bij verdachte twee gegevensdragers in beslag genomen: een Compaq systeemkast (goednummer A1) en een Samsung A20e telefoon (goednummer A2). De aanwezige data op de computer en de telefoon zijn veilig gesteld door de politie en de gegevensdragers zijn digitaal onderzocht. In totaal zijn er 244 afbeeldingen aangetroffen die kinderpornografisch zijn. Deze afbeeldingen zijn alle bekeken en de inhoud daarvan is verwerkt in een zogenaamde collectiescan. Uit die collectiescan heeft de politie vervolgens een representatieve doorsnede van in totaal elf afbeeldingen (tien foto’s en 1 film) samengesteld. Die elf afbeeldingen zijn gevoegd in een toonmap, die als stuk van overtuiging aan de officier van justitie beschikbaar is gesteld. Deze elf afbeeldingen zijn ook door de politie woordelijk omschreven in het proces-verbaal, waarbij het - kort samengevat - ging over jonge meisjes veelal tussen de 8 en 14 jaar oud, waarbij er seksuele gedragingen worden verricht bij dan wel door de meisjes.
Afbeeldingen uit collectiescan
Er is alleen verweer gevoerd ten aanzien van de afbeeldingen, 1, 3 en 5 tot en met 10.
Met betrekking tot de afbeeldingen 1 en 3 heeft de verdediging gesteld dat onduidelijk is waar deze zijn aangetroffen. De rechtbank stelt echter, met de officier van justitie, vast dat de afbeelding 1, het volgende bestandspad heeft:
[bestand 1]
Afbeelding 3 heeft, zo blijkt op pagina 96, het volgende bestandspad: [bestand 2]
De rechtbank stelt vast dat hiermee aangetoond is waar de afbeeldingen zich op de telefoon bevonden en dat deze als respectievelijk foto en screenshot te vinden waren, zodat het verweer faalt.
De afbeeldingen 5 tot en met 10 zijn aangetroffen in de zogenaamde cachebestanden van de telefoon van verdachte. Van cachebestanden kan worden aangenomen dat deze worden aangemaakt op het moment dat de originele bestanden nog op de telefoon aanwezig zijn. Dat deze later niet meer (eenvoudig) toegankelijk waren voor verdachte, doet daarom niet af aan de omstandigheid dat verdachte deze documenten wel in zijn bezit heeft gehad.
In het onderzoek is vastgesteld dat de bestanden op verschillende data zijn aangemaakt en dat de kinderpornografische afbeeldingen op meerdere momenten zijn opgeslagen. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank al een aanwijzing op dat sprake is geweest van een bijzondere en/of gerichte belangstelling voor dergelijk materiaal en dat deze bestanden niet -als ongewilde bijvangst- op de telefoon van verdachte terecht zijn gekomen. Bovendien heeft verdachte ter zitting bekend dat hij kinderporno op zijn telefoon heeft gehad.
periode
De agenten hebben geverbaliseerd dat van een deel van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen de datum en tijdstip bekend zijn, zoals ‘aanmaakdatum' en 'datum laatst benaderd'. Hierdoor kan een periode worden aangegeven waarbinnen de handelingen met betrekking tot de kinderpornografische bestanden zouden kunnen vallen. In dit onderzoek betreft het de periode van 7 oktober 2016 tot en met 7 juli 2022. Daarbij is de opmerking geplaatst dat deze data niet betrouwbaar zijn. Voor een begin van de periode van 7 oktober 2016 heeft de rechtbank geen andere aanwijzingen dan deze kennelijk niet bruikbare opmerking van de verbalisanten.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij slechts een korte periode deze kinderpornografische afbeeldingen heeft gehad en deze een enkele keer heeft doorgestuurd. Op de vraag van de rechtbank, wanneer en hoe lang de periode was, heeft hij “anderhalf tot twee jaar” geantwoord. Later heeft verdachte verklaard dat hij op die vraag bedoelde te antwoorden dat het anderhalf tot twee jaar was voordat de politie aan de deur stond. De rechtbank gaat er, gelet op deze verklaring, vanuit dat verdachte inderdaad anderhalf tot twee jaar voordat de politie aan de deur stond is begonnen met het downloaden van de kinderporno. De rechtbank vindt hiervoor steun in de melding van het National Center for Missing and Exploited Children (NCMEC) van 25 augustus 2021 dat door het account van shaggy2001 125 vermoedelijk kinderpornografische afbeeldingen zijn geüpload via Kik door het e-mailadres van verdachte: [e-mailadres] . De rechtbank neemt als begin van de periode daarom 7 juli 2020, twee jaar voordat de politie bij verdachte aan de deur stond, zoals verdachte heeft verklaard.
De rechtbank gaat er echter vanuit dat verdachte niet eerder uit zichzelf is gestopt, maar dat de periode doorliep totdat de politie aan de deur stond. De rechtbank ziet hiervoor bewijs in de spontane verklaring van verdachte toen de politie op 7 juli 2022 aan de deur stond: ”Het staat alleen op mijn telefoon, zouden jullie zachtjes willen doen zodat mijn vrouw dit niet hoort.” Verdachte bleek ook, toen zijn telefoon werd onderzocht, nog altijd in dezelfde Whatsappgroep te zitten waarin kinderporno is uitgewisseld.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 7 juli 2020 tot en met 7 juli 2022 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en heeft verspreid.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 7 juli 2020 tot en met 7 juli 2022 te Gilze, gemeente Gilze en Rijen, meermalen,
- gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (Samsung Galaxy A20e) en een desktop (Compaq Presario) en/of een harde schijf (HDD Seagate) bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren met de penis, vingers, hand en/of een voorwerp van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
- het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met penis, mond en/of tong en/of
- het met vingers, hand en/of een voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingen 01, 02, 04, 08 van de toonmap)
en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de vingers, hand, mond en/of een tong,
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met vingers, hand, mond en/of tong,
- het met vingers, hand en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, billen en/of borsten van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog heeft bereikt (afbeeldingen 04, 08 en 09 van de toonmap)
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier (afbeelding 10 van de toonmap) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met onnatuurlijke voorwerpen en/of in een onnatuurlijke houding (op een wijze) die
niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films en/of door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeeldingen 03, 05, 06, 07 van de toonmap)
en/of
- het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken, waarvan 10 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en daarnaast een taakstraf van 180 uur.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit om, aangezien er volgens haar een bewezenverklaring kan volgen van het bezit van slechts twee kinderpornografische afbeeldingen gedurende een korte periode, hooguit een geldboete op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno. Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet mede verantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te verzamelen en deze ook te delen met anderen, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag ernaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen en verspreiden.
Verdachte heeft aanvankelijk gezwegen. Er is daardoor geen reclasseringsrapport opgesteld, zodat er weinig inzicht is in de beweegredenen van verdachte. Pas ter zitting heeft hij verklaard te hebben gehandeld uit nieuwsgierigheid en dat hij in een chatgroep met ouderen verleid werd om te gaan kijken. Verdachte neemt hiermee weinig verantwoording voor zijn acties. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat hij spijt heeft en dat het stom van hem was, maar van een doorleefd spijtgevoel ook ten aanzien van het misbruik van kinderen wat aan het bezitten van kinderporno voorafgaat, lijkt geen sprake. Verdachte lijkt geen probleembesef te hebben of te snappen wat het nu zo verwerpelijk maakt om kinderpornografische afbeeldingen te bezitten, te bekijken en door te sturen. Hij lijkt ook de zorgen die door de officier van justitie zijn geuit in het kader van zijn dochters en met name zijn kleindochter niet te begrijpen. Verdachte heeft alleen zijn vrouw ingelicht “omdat het toch wel zou uitkomen”. Zijn dochters zijn door verdachte echter niet van de verdenking en de zitting op de hoogte gesteld.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank meegewogen het aantal afbeeldingen dat verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de beelden en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. Het feit dat verdachte niet alleen kinderporno verzamelde, maar ook een enkele keer heeft gedeeld met anderen, acht de rechtbank strafverzwarend. Verdachte heeft echter een blanco strafblad en heeft, weliswaar eerst ter zitting, een bekennende verklaring afgelegd, wat in zijn voordeel werkt.
Verdachte is na het verhoor bij de politie niet in verzekering gesteld en heeft dus niet vastgezeten. Er kan door de rechtbank wegens het taakstrafverbod echter niet worden volstaan met een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte een taakstraf van 180 uur dient te worden opgelegd. Daarnaast zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen waarvan 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar opleggen om verdachte ervan te weerhouden weer dergelijke feiten te plegen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 240b, van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 14 dagen, waarvan 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Kralingen, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. W.H.C. van Eck, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.P.A.J. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 december 2023.
mr. Van Kralingen en mr. Van Eck zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.