ECLI:NL:RBZWB:2023:8713
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. van Noort
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijf en kinderbijdrage in een echtscheidingszaak met minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het hoofdverblijf en de kinderalimentatie van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. V.J.C. Pieters, verzocht om wijziging van de eerdere beschikking van 21 juli 2022, waarin het hoofdverblijf van [minderjarige 1] bij de man was vastgesteld. De man heeft tijdens de mondelinge behandeling ingestemd met het verzoek van de vrouw, waardoor de rechtbank het verzoek om wijziging van het hoofdverblijf van [minderjarige 1] naar de vrouw toewijst. De rechtbank oordeelt dat de wijziging in overeenstemming is met de feitelijke situatie en het belang van de minderjarige niet schaadt.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om aanpassing van de kinderalimentatie. De rechtbank constateert dat er relevante wijzigingen van omstandigheden zijn, zoals het feit dat [minderjarige 1] bij de vrouw is gaan wonen en dat de man geen onderhoudsbijdrage meer betaalt voor de inmiddels jongmeerderjarige. De rechtbank heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en vastgesteld dat de man aan de vrouw een bijdrage van € 190 per maand voor [minderjarige 1] en € 148 per maand voor [minderjarige 2] moet betalen, met ingang van respectievelijk 15 april 2023.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de vrouw om de kinderalimentatie voor [minderjarige 1] op nihil te stellen, met ingang van 1 april 2023, toegewezen. De uitspraak is gedaan door mr. van Noort, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier De Pooter.