Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging van zijn stiefvader. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 30 november 2023, waar de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De tenlastelegging hield in dat de verdachte de stiefvader had bedreigd met woorden en daarbij met een steen, asbak en bierflesje in een dreigende houding naar hem had gewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bedreiging had geuit, gebaseerd op de aangifte en de verklaring van de verdachte zelf. De verdediging daarentegen betwistte de beschuldigingen en vroeg om vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de bedreiging.
Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de bedreiging. De rechtbank oordeelde dat de woorden die de verdachte had gebruikt, zoals "waar bemoei je je mee, vuile kankerboer, vuile zielenpietje", niet als een bedreiging konden worden gekwalificeerd. Ook het enkele vasthouden van een flesje bier was niet voldoende om te concluderen dat er een dreigende houding was aangenomen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit en hefte het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.