In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 december 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld tegen het niet tijdig beslissen door het UWV op haar bezwaar tegen de weigering van een Wajong-uitkering. Eiseres had op 23 februari 2023 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 23 januari 2023, maar het UWV heeft niet binnen de wettelijk vereiste termijn van 13 augustus 2023 beslist. Eiseres heeft het UWV op 15 augustus 2023 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen nieuw besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar geeft het UWV in dit geval een langere termijn van twee maanden om een zorgvuldige heroverweging te waarborgen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 418,50 voor proceskosten en het UWV moet het griffierecht van € 50,- aan haar vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.