ECLI:NL:RBZWB:2023:8605

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
02-700017-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde met complexe psychische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 december 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 2000, die in een jeugdinrichting verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden toegewezen. De PIJ-maatregel is eerder opgelegd voor ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder ADHD, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, en een stoornis in cannabisgebruik. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, is de rechtbank van oordeel dat de veroordeelde nog niet klaar is voor beëindiging van de maatregel, gezien het risico op recidive en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank benadrukt dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde voorop staan. De beslissing om de PIJ-maatregel te verlengen is genomen na zorgvuldige overweging van de rapportages en adviezen van deskundigen, die de noodzaak van verdere behandeling en monitoring onderstrepen. De rechtbank heeft ook de rol van de motivatie van de veroordeelde in het proces van resocialisatie benadrukt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Locatie Middelburg
Parketnummer: 02-700017-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 7 december 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
verblijvende in [jeugdinrichting] [plaats] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 10 oktober 2023, die strekt tot verlenging van de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) met 12 maanden;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde;
- het concept verlofplan d.d. 29 september 2023;
- het rapport van [jeugdinrichting] [plaats] d.d. 29 september 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- het rapport - Instrument SAVRY - van de Dienst Justitiële Inrichtingen van 6 oktober 2023;
- het veertiende perspectiefplan betreffende de rapportageperiode 19 oktober 2022 tot 19 februari 2023;
- het vijftiende perspectiefplan betreffende de rapportageperiode 14 april 2023 tot 27 augustus 2023;
- de pro Justitia rapportage met een geïntegreerd psychologisch en psychiatrisch onderzoek van 6 november 2023, ondertekend door drs. [gz-psycholoog] , en dr. [psychiater] .

2.De procesgang

Bij beslissing van deze rechtbank van 25 oktober 2018 is veroordeelde als schuldig aan
poging tot doodslag en openlijk en in vereniging geweld plegen veroordeeld tot een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna ook: PIJ-maatregel). Veroordeelde is tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan. Bij arrest van het
gerechtshof `s -Hertogenbosch van 20 november 2019 is het vonnis van de rechtbank bevestigd, onder aanvulling van de bepaling dat de maatregel wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De PIJ-maatregel is op 5 december 2019 aangevangen.
Bij beslissing van 5 december 2022 is de PIJ-maatregel verlengd voor een termijn van twaalf maanden. Deze beslissing is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2023 vernietigd. Bij dezelfde beslissing heeft het hof de PIJ-maatregel verlengd voor een termijn van twaalf maanden. De maatregel zal daarom – behoudens verdere verlenging – voorwaardelijk eindigen op 24 november 2023 en onvoorwaardelijk op 24 november 2024.
Tijdens het onderzoek in raadkamer van de rechtbank van 23 november 2023 zijn gehoord:
- de officier van justitie mr. drs. E. van Aalst;
- veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. C. Stroobach, advocaat te Diemen;
- de [deskundige] , behandelcoördinator verbonden aan [jeugdinrichting] [plaats] .

3.De rapportages en adviezen

Het advies van de justitiële jeugdinrichting
De jeugdinrichting (hierna ook: JJI) heeft geadviseerd de PIJ-maatregel te verlengen met 12 maanden.
Daartoe wordt aangevoerd dat veroordeelde in maart 2022 is gediagnosticeerd met ADHD
(gecombineerde type), een antisociale persoonlijkheidsstoornis met trekken van psychopathie en narcisme, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik (ernstig). Deze diagnose is nog steeds actueel. Omdat de behandeling van veroordeelde steeds leek te stagneren en/of hij steeds groepsontwrichtend gedrag liet zien, is geadviseerd om veroordeelde te behandelen binnen de context van een individuele traject afdeling (hierna: ITA). Het besluit hiertoe is op 26 april 2022 genomen, maar omdat er geen plek was, is veroordeelde pas in april 2023 op de ITA geplaatst. In de periode daarvoor heeft veroordeelde zich ambivalent, maar meewerkend opgesteld. Er is een groei gezien in het opbouwen van een behandelrelatie en het onderzoeken van eigen overtuigingen. Veroordeelde zelf baalde dat de overplaatsing zo lang heeft geduurd. De eerste maanden hebben dan ook in het teken gestaan van wennen aan de nieuwe omgeving, het behandelklimaat, behandelteam, regels/richtlijnen en het vormgeven van de behandeling binnen de nieuwe instelling en groep.
Er is samen met veroordeelde gekeken naar de risicofactoren en er is overeenstemming bereikt over de te volgen hulpverlening om te werken aan de persoonlijkheids- en middelenproblematiek van veroordeelde en de onderlinge communicatie tussen veroordeelde en zijn ouders, namelijk:
  • PMT;
  • MDFT;
  • [verslavingszorg] ;
  • Psychotraumabehandeling.
Al deze vormen van hulpverlening moeten nog starten. Veroordeelde neemt hierin een ambivalente houding aan, waarin hij wel wil meewerken maar zijn vraagtekens stelt bij de werking hiervan. De positieve lijn die is gezien bij Teylingereind, waarin veroordeelde zich laat begeleiden en goed meewerkt ondanks zijn ambivalente uitspraken, lijkt echter te worden voortgezet.
Voor nu wordt het recidiverisico binnen de huidige kaders als matig-hoog beoordeeld en bij het wegvallen van de kaders als hoog. Een verlenging van de maatregel is dan ook nodig. Veroordeelde heeft nog onvoldoende geprofiteerd van de aangeboden behandeling en er is nog geen blijvende gedragsverandering tot stand gebracht. De komende periode zal ingezet worden om, passend bij het behandeladvies uit het PIJ onderzoek (maart 2022), het behandelbeleid aan te passen op het geactualiseerde beeld en verder te werken aan de behandeldoelen van veroordeelde, te weten:
  • vergroten van mentaliserend vermogen;
  • bewerken van de negatieve opvattingen;
  • uitbreiden copingsvaardigheden;
  • versterken van identiteit.
Er zal worden toegewerkt naar begeleid verlof, hetgeen stapsgewijs via een gekaderd verlofplan wordt opgebouwd en afhankelijk is van de inzet en responsiviteit van veroordeelde, het inzetten van praktische resocialisatiedoelen, het onderzoeken van de opties qua uitstroombestemming en het verstevigen van de prosociale omgeving. Verwacht wordt dat een verlenging van 12 maanden nog niet voldoende is om over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel en dat geldt ook voor een STP-traject (scholings- en trainingsprogramma), maar deze termijn is gekozen om veroordeelde gemotiveerd te houden en het biedt de kans om na twaalf maanden te bezien wat de vervolgstappen moeten zijn in het traject van veroordeelde. Einddoel bij uitstroom is STP met een perspectiefbiedend plan voor langere tijd.
Ter zitting heeft de getuige- [deskundige] daaraan nog het volgende toegevoegd.
Het is een lastig jaar geweest voor veroordeelde. Hij heeft erg plotseling te horen gekregen dat hij overgeplaatst werd in april 2023 en dat is best even schakelen. De ITA is bedoeld voor individuele trajecten, voor jongeren die niet groepsgeschikt zijn. Het kan gezien worden als een soort laatste redmiddel. De eerste periode bestaat uit observatie, maar dan kunnen er al wel dingen uitgezet worden. Inmiddels is een en ander gestart. In week 48 zal een eerste gesprek van MDFT plaatsvinden, er is eens in de twee weken een afspraak met [verslavingszorg] en PMT gaat starten. De verslavingszorg is pas ingezet op verzoek van veroordeelde, omdat hij eerder meende dat hij geen drugsprobleem had. Voor het benutten van deze hulpverlening is bereidwilligheid van de jongere zelf nodig. Het is ook de bedoeling dat er gestart wordt met het uitvoeren van het verlofplan. De dag na de zitting zou een eerste begeleid verlofmoment plaatsvinden, maar dat gaat niet door wegens een positieve urinecontrole. Het is belangrijk dat er een perspectief is voor veroordeelde, maar dat is er nu. Er wordt zoveel mogelijk autonomie bij veroordeelde gelegd en het is een wisselwerking of stappen gezet kunnen worden. De motivatie van veroordeelde speelt een grote rol. Daarbij gelden bepaalde kaders, die ook in de realiteit van de vervolgstap na de huidige plaatsing zullen gelden.
Pro Justitia onderzoek
De rechtbank heeft ook kennis genomen van de pro Justitia rapportage en het advies van drs. [gz-psycholoog] , en dr. [psychiater] . Hieruit blijkt dat bij veroordeelde op moment van onderzoek sprake is van een gemengde persoonlijkheidsstoornis
met antisociale, borderline en narcistische trekken, naast een stoornis in cannabisgebruik. Het is zorgelijk dat betrokkene zich moedeloos toont en nog altijd veel weerstand heeft tegen de inrichting en ‘het systeem’. De kans op herhaling van een gewelddadig delict wordt zonder extern risicomanagement (dus buiten de JJI) nog ingeschat als hoog. Op korte tot middellange termijn, met behandeling en begeleiding in een voortgezet PIJ-kader, wordt het risico op toekomstig geweld ingeschat als matig. Het risico op algemeen gewelddadig gedrag kan, bij het plotseling beëindigen van de PIJ-maatregel,
dus zonder geleidelijke resocialisatie, oplopen tot hoog waardoor veroordeelde met nieuwe (ernstige) delicten in volwassen detentie terecht zou kunnen komen. Of hij dan nog ooit in staat zal zijn enige vorm van prosociale en maatschappelijke zelfstandigheid te bereiken is zeer de vraag. Adequate monitoring en intensieve begeleiding is nodig om te beoordelen in hoeverre betrokkene zich ook buiten de zeer gestructureerde omgeving van de JJI zal kunnen onthouden van fysiek gewelddadig gedrag en in staat zal zijn op adequate en prosociale wijze om te gaan met dagelijkse frustraties en teleurstellingen. Veroordeelde is nog niet toe aan een beëindiging van de lopende PIJ-maatregel, mede omdat op dit moment nog niet op een betrouwbare manier kan worden ingeschat hoe veroordeelde zich buiten de muren van de JJI zal kunnen verhouden tot anderen. Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel te verlengen met twaalf maanden. Dit kader biedt de mogelijkheid om verdere behandelvoortgang te gaan bewerken, gericht op meer inzicht en meer vaardigheden, binnen de gestructureerde setting van de justitiële jeugdinrichting, maar vooral ook daarbuiten. Monitoring, begeleiding en psychotherapie wordt daarbij noodzakelijk geacht om de verworven inzichten in de praktijk te kunnen gaan brengen.
Onderzoekers adviseren dat veroordeelde via geleidelijke uitbreiding van verloven gaat oefenen met enige loslating van structuur, meer verantwoordelijkheid dragen voor zijn eigen gedrag, zelfstandigheid oefenen in het realiseren van werk en opleiding, evenals het aangaan en onderhouden van vriendschappen en eventuele intieme relaties. Naast een stevig ingekaderd resocialisatieplan zal betrokkene met nauwe monitoring en psychotherapeutische interventies meer zicht kunnen krijgen op zijn valkuilen en alternatieve gedragsstrategieën kunnen aanleren. Omdat het blijven gebruiken van cannabis zijn verloftraject zal doen stagneren, wordt ondersteund dat veroordeelde nu verslavingshulp krijgt om zijn cannabisgebruik te staken.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de PIJ-maatregel met twaalf maanden te verlengen gebleven. De officier van justitie benoemt dat veroordeelde het goed heeft gedaan en erkent dat het traject lang duurt, maar dat komt mede door het eigen gedrag van veroordeelde in het verleden. Het is nu zaak dat veroordeelde start met de therapieën en het verlofplan, zodat hij richting resocialisatie kan gaan. Op dit moment is hij er nog niet, zoals door alle (onafhankelijke) rapporteurs wordt onderschreven. Het recidiverisico is te groot. Het moet een geleidelijk proces worden en de stappen kunnen niet te groot en te snel gezet worden, omdat er dan een grotere kans op falen ontstaat. De officier van justitie benadrukt daarbij dat een periode van twaalf maanden al korter is dan de periode die door de deskundigen nodig wordt geacht.

5.Het standpunt van de verdediging

Door en namens veroordeelde wordt gevraagd om de vordering af te wijzen en de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen, dan wel om toe te wijzen voor een kortere periode van zes maanden om op die manier vinger aan de pols te houden. Er worden keer op keer beloftes gedaan die niet worden nagekomen en in de tussentijd loopt de maatregel al jarenlang, terwijl er niets gebeurt. Een verlenging is niet in het belang van de ontwikkeling van veroordeelde. Hij heeft er geen enkel vertrouwen in dat er zaken geregeld worden en van zijn motivatie voor hulpverlening is weinig tot niets over. Uit verveling blijft hij blowen. Hij heeft zelf moeten vragen om hulpverlening hiervoor, anders werd er niets gedaan. Vervolgens gaat zijn verlof niet door omdat hij heeft geblowd. De verantwoordelijkheid wordt bij hem gelegd, maar dat is niet passend. Ook de overige hulpverlening werd maar niet opgestart, tot kort voor de zitting. Hij wordt niet geholpen richting de arbeidsmarkt, in resocialisatie en met zijn problematiek. Kortom: de behandeling komt niet van de grond. Het is doordat alles al zo lang duurt volstrekt onduidelijk wat er gebeurt als de maatregel beëindigd wordt en veroordeelde buiten de kaders van de PIJ-maatregel komt. Voor een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel is veroordeelde gemotiveerd. Hij kan dan bij zijn vader gaan wonen, werken en vanuit die setting therapie volgen.

6.Het oordeel van de rechtbank

Bij arrest van 20 november 2019 heeft het gerechtshof `s -Hertogenbosch aan veroordeelde de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd ter zake van onder andere poging tot doodslag en openlijk en in vereniging geweld plegen. Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Bij veroordeelde is in maart 2022 ADHD, gecombineerde type, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, trekken van psychopathie en narcisme, een borderline persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik vastgesteld. Hij is recent door een psycholoog en psychiater onderzocht en daar kwam uit naar voren dat bij veroordeelde sprake is van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en narcistische trekken, naast een stoornis in cannabisgebruik. De eerder gestelde diagnose is tot op zekere hoogte dus gelijk gebleven.
In het verlengingsadvies en de door [jeugdinrichting] ingevulde SAVRY is benoemd dat het algemene recidiverisico binnen de context van de JJI als matig-hoog wordt ingeschat. Wanneer de huidige kaders wegvallen is het algemene recidiverisico ten aanzien van geweldsdelicten, hoog. Dit wordt ook door de pro Justitia-rapporteurs onderschreven. Zij zeggen daarover dat het herhalingsrisico voor gewelddadig gedrag nog altijd hoog is, deels ten gevolge van veel zwaarwegende historische risicofactoren, maar ook vanwege een aantal klinische risicofactoren en, buiten de context van de huidige maatregel, veel toekomstige risicohanteringsfactoren en weinig beschermende factoren. Binnen voortzetting van de huidige maatregel wordt het risico inmiddels matig ingeschat, maar bij plotse beëindiging van de maatregel neemt het risico op recidive van gewelddadig gedrag toe tot hoog.
Er is in 2022 al geadviseerd om veroordeelde te plaatsen op een individueel traject afdeling, aangezien behandeling steeds leek te stagneren en veroordeelde groepsontwrichtend gedrag liet zien. Helaas is de plaatsing op de ITA pas in april 2023 gerealiseerd. De rechtbank beseft dat dit lang heeft geduurd en dat dit frustrerend is voor veroordeelde. Na de plaatsing bij [jeugdinrichting] heeft er eerst een observatieperiode plaatsgevonden, is er een plan gemaakt voor de hulpverlening en is hij hiervoor aangemeld. Wegens wachtlijsten heeft er ook daarna vertraging plaatsgevonden en kan veroordeelde eigenlijk pas sinds kort starten met de hulpverlening. Hij is daar zelf sceptisch over, zoals hij zelf verklaart. De betrokken rapporteurs zien veroordeelde echter niet als onbehandelbaar en benoemen de hulpverlening niet zonder reden in de adviezen. Veroordeelde is thans gestart met [verslavingszorg] en MDFT en ook de PMT gaat starten. Daarnaast staat hij op de wachtlijst voor psychotraumabehandeling. Ook is er een verlofplan gemaakt, zodat veroordeelde stapsgewijs en gekaderd kan beginnen met het onder begeleiding van bekende groepsleiders aangeleerde vaardigheden toe te passen in een minder gereguleerde setting. Het is de bedoeling dat ook dit plan op korte termijn ten uitvoer wordt gebracht. Daar is echter steeds de intrinsieke motivatie en inzet van veroordeelde voor nodig. Gezien het tijdsverloop is het begrijpelijk dat hij verminderd gemotiveerd is geraakt, maar een en ander is nu gestart en daardoor kan er een begin gemaakt worden om te werken naar resocialisatie. Het is niet de verwachting dat een periode korter dan twaalf maanden afdoende is voor het realiseren van een duurzame positieve ontwikkeling. Daarvoor moeten er nog te veel stappen gezet worden en bevindt de hulpverlening en het starten met de uitvoering van het verlofplan nog in een te prille fase. De rechtbank geeft veroordeelde nog mee dat hij het zelf in de hand heeft om met verlof te gaan door te zorgen dat zijn UC’s negatief zijn. Veroordeelde kan ook de hulp inroepen van [verslavingszorg] als het hem niet lukt om te stoppen met blowen.
Gelet op wat hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, en het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde eisen dat de termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd met 12 maanden.
Ingevolge artikel 6:6:31, tweede lid, derde volzin, van het Wetboek van Strafvordering stelt de rechtbank vast dat, tenzij beslist wordt tot verdere verlenging, de maatregel voorwaardelijk zal eindigen op 18 november 2024 en onvoorwaardelijk zal eindigen op 18 november 2025.

7.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van veroordeelde met twaalf maanden.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.H. Hamburger, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. N.C.W. Haesen en mr. M.A.H. Kempen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. K.M.P. van Ginneke en is in het openbaar uitgesproken op 7 december 2023.
Mr. D.H. Hamburger en mr. Kempen zijn niet in de gelegenheid om deze beslissing mede te ondertekenen.