In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 december 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de PIJ-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 2000, die in een jeugdinrichting verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden toegewezen. De PIJ-maatregel is eerder opgelegd voor ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder ADHD, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, en een stoornis in cannabisgebruik. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, is de rechtbank van oordeel dat de veroordeelde nog niet klaar is voor beëindiging van de maatregel, gezien het risico op recidive en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank benadrukt dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde voorop staan. De beslissing om de PIJ-maatregel te verlengen is genomen na zorgvuldige overweging van de rapportages en adviezen van deskundigen, die de noodzaak van verdere behandeling en monitoring onderstrepen. De rechtbank heeft ook de rol van de motivatie van de veroordeelde in het proces van resocialisatie benadrukt.