ECLI:NL:RBZWB:2023:8577

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
02-095272-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel en beoordeling van recidiverisico

Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, geboren in 1981 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught. De ISD-maatregel was eerder opgelegd voor de duur van twee jaar, met als doel recidive te voorkomen en de problematiek van de betrokkene aan te pakken. Tijdens de zitting op 23 november 2023 werd de officier van justitie, mr. J.J. Peerboom, gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. L.V. Romme. De deskundige, een ISD-casemanager, gaf aan dat het recidiverisico onverminderd hoog is en dat er geen stabiliteit is op leefgebieden van de betrokkene. Ondanks eerdere behandelingen en het ontbreken van inzicht in zijn verslavingsproblematiek, werd er een klinisch traject voorgesteld.

De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de verdediging aanvoerde dat de betrokkene al anderhalf jaar in detentie zit zonder behandeling en dat de noodzaak voor voortzetting niet meer aanwezig is. De rechtbank oordeelde echter dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en de maatschappij te beschermen. De rechtbank benadrukte dat zonder de maatregel de kans groot is dat de betrokkene terugvalt in zijn oude gedragspatronen en opnieuw delicten pleegt. De beslissing om de ISD-maatregel voort te zetten werd unaniem genomen door de rechters, die de ernst van de situatie en het recidiverisico in overweging namen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/095272-22
Beslissing tussentijdse beoordeling ISD-maatregel d.d. 7 december 2023
Aan veroordeelde
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
wonende te [woonadres] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Vught,
is de ISD-maatregel opgelegd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van deze rechtbank van 20 september 2022, waaruit blijkt dat aan betrokkene de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van twee jaar;
- het verzoek van de verdediging van 22 september 2023 tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel;
- een voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel van de trajectbegeleider, namens de directeur van de PI te Vught, van 9 november 2023, omtrent de stand van uitvoering van het plan van opvang van betrokkene en inhoudende het advies tot voortzetting van de ISD- maatregel.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van 23 november 2023 is de officier van justitie mr. J.J. Peerboom gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.V. Romme, advocaat te Breda.
Voorts is als [deskundige] , ISD-casemanager bij de PI te Vught, gehoord.
In het voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel van de P.I. te Vught van
9 november 2023 wordt geadviseerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. Het voortgangsverslag vermeldt dat het recidiverisico onverminderd hoog is. Mocht de maatregel worden opgeheven dan is er op geen enkel leefgebied stabiliteit. Betrokkene zal dan direct vervallen in middelengebruik en delictgedrag. Ondanks het ontbreken van inzicht in de forse verslavingsproblematiek en het niet nakomen van voorwaarden wil de P.I. nogmaals inzetten op een klinisch traject, afgestemd op de mogelijkheden van betrokkene. Mocht het klinisch traject slagen, dan zal er worden ingezet op een beschermde woonvorm zodat betrokkene met ondersteuning terug kan keren in de maatschappij.
De deskundige heeft daar ter zitting nog het volgende aan toegevoegd. Er moet gewerkt worden aan de verslavingsproblematiek van betrokkene. Het delictgedrag waarvoor de ISD-maatregel is opgelegd, is samen gegaan met middelengebruik. Betrokkene slaagt er moeilijk in om schone urinecontroles aan te leveren. Het recidiverisico is nog steeds hoog. Als geen behandeling volgt, zal betrokkene zijn huidige gedrag buiten detentie verder voortzetten. Betrokkene zou vrij snel terecht kunnen in een kliniek voor een klinische opname. Die klinische opname zou negen maanden duren. Betrokkene zal voor klinische opname worden aangemeld, zodra hij vier schone urinecontroles heeft kunnen overleggen. Als betrokkene het klinisch traject goed doorloopt en goed meewerkt, zal worden ingezet op een vervolgwoonplek. Er blijven wat zorgen. De afgelopen weken heeft betrokkene veel op rapport gezeten, vanwege positieve urinecontroles en een fles alcohol die bij hem gevonden is. De rapporten volgen zich op. De deskundige blijft bij het advies tot voortzetting van de ISD-maatregel.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.

4.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van betrokkene heeft ter zitting aangevoerd dat betrokkene inmiddels ruim anderhalf jaar in detentie zit en niet behandeld is. Er heeft diagnostiek plaatsgevonden, maar dat heeft niet geleid tot daadwerkelijke behandeling. Daarom wordt de noodzaak van voortzetting van de ISD-maatregel niet meer gezien. Het recidivegevaar kwam met name voort uit het forse alcoholgebruik van veroordeelde. Betrokkene geeft zelf aan ruim anderhalf jaar clean te zijn. Nu nog behandeling ondergaan voor zijn verslaving is mosterd na de maaltijd. De positieve urinecontroles betreffen met name benzodiazepine. Dit middel is aan betrokkene op meerdere momenten voorgeschreven. Het middel werd telkens op zijn verzoek van de medicatielijst afgehaald en dan een paar dagen later weer voorgeschreven. Alcohol heeft betrokkene ruim anderhalf jaar niet gebruikt. Betrokkene kan bij zijn zus gaan wonen. Hij staat ruim anderhalf jaar ingeschreven bij de woningbouwvereniging. Opheffing van de ISD-maatregel zal naar mening van betrokkene niet leiden tot overlast vanuit zijn kant. Verzocht wordt de ISD-maatregel op te heffen.

5.Het oordeel van de rechtbank

Gelet op het voortgangsverslag tenuitvoerlegging ISD-maatregel en hetgeen ter zitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat voortzetting van de ISD-maatregel nog steeds noodzakelijk is ter voorkoming van recidive, het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de problematiek van betrokkene en bescherming van de maatschappij.
De deskundige heeft op zitting benadrukt dat het recidiverisico nog steeds hoog is. De rechtbank acht de kans groot dat betrokkene zonder de ISD-maatregel terugvalt in zijn oude levenspatroon en opnieuw (vermogens)delicten gaat plegen.
Behandeling van betrokkene is, mede door zijn eigen toedoen, nog niet van de grond gekomen. Eerdere plaatsing in een kliniek is beëindigd vanwege positieve urinecontroles en omdat betrokkene trachtte zich te onttrekken. Betrokkene kan echter op korte termijn opnieuw starten met een klinisch traject. De rechtbank acht het van belang dat betrokkene een klinisch traject doorloopt, zodat hij kan werken aan zijn problematiek en het recidiverisico kan worden ingeperkt.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat beëindiging van de ISD-maatregel zal leiden tot onveiligheid, ernstige overlast en verloedering van het publieke domein. Er is ook geen sprake van een omstandigheid die buiten de macht van betrokkene gelegen is, waardoor voortzetten van de ISD-maatregel niet langer zinvol is. De rechtbank ziet dan ook geen reden om de ISD-maatregel nu te beëindigen.

6.De beslissing

De rechtbank:
- bepaalt dat voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is vereist.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.J.H. van der Linden, voorzitter, mr. J.C. Gillesse en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.E.A.M. van der Ven - van de Riet en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 december 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.