9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02/213832-22
de eendaadse samenloop van
feit 1: belaging
en
feit 2: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens
artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
02/270447-23
feit 3: belaging
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 200 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
100 dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 133 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het
voorwaardelijke deelvan de straf
niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaarden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdacht zich binnen drie werkdagen na de uitspraak telefonisch of in persoon meldt bij Reclassering Nederland, Rooseveltlaan 148 te (4624 DE) Bergen op Zoom , telefoon- nummer 088-8041505, en dat hij zich blijft melden of afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat onderzoeken en, indien geïndiceerd, laat behandelen door GGZ-WNB of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, welke behandeling start na onderzoek en een positieve indicatie, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer] en zijn kinderen, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, tenzij in overleg met de reclassering en/of een (jeugd)organisatie belast met de omgangsregeling overeengekomen is dat hij zijn kinderen mag bezoeken, met dien verstande dat door externen/professionals wordt bepaald of dit begeleide of onbegeleide omgang betreft;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd niet bevindt in de buurt van [slachtoffer] , in die zin dat verdachte zich niet bevindt in het gebied als weergegeven op het kaartje in het rapport van de reclassering (deeladvies EM). Dit kaartje is als bijlage III aan dit vonnis gehecht.
Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatieverbod.
Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat hij in Nederland verblijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen. De aansluiting van het elektronische monitoringsmiddel kan plaatsvinden vanaf de derde werkdag nadat de reclassering is geïnformeerd over de ingangsdatum. De aansluiting zal plaatsvinden op het verblijfadres van verdachte: [adres] te [plaats] ;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de aan de voorwaardelijke straf verbonden voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
Maatregel ex artikel 38v Sr
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
2 jaar:
* op geen enkele wijze – direct of indirect via derden – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[slachtoffer]en
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze
vervangende hechtenis bedraagt 1 week
voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum duur van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.532,99. waarvan € 32,99 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij ter zake van de kosten van de studievertraging van
€ 13.256,25, de studiekosten van € 2.314,00, de reiskosten in verband met de strafzaak van € 55,57 en de overige immateriële schade niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer] van € 1.532,99, waarvan € 32,99 aan materiële schade en € 1.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 26 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. van der Linden, voorzitter, mr. J.C. Gillesse en
mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 december 2023.