Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en bedreiging met geweld. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 22 november 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M.S. Kikkert, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte, geboren in 1989 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door raadsman mr. H. Goedegebure. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging, die betrekking had op een incident op 7 juli 2023, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan diefstal van geld dat toebehoorde aan een supermarkt, vergezeld van bedreiging met een mes tegen een kassamedewerker en geweld tegen een omstander.
De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf op van 212 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de instabiliteit op verschillende leefgebieden. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], voor immateriële en materiële schade. De rechtbank oordeelde dat de immateriële schade een rechtstreeks gevolg was van het bewezenverklaarde feit en kende een schadevergoeding van € 500,00 toe aan [slachtoffer 1] en € 979,86 aan [slachtoffer 2]. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op, waarbij het CJIB de inning verzorgt en gijzeling kan worden toegepast bij niet-betaling.