Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5.De strafbaarheid
eenrol heeft gespeeld in het tenlastegelegde. Zij adviseren de rechtbank verdachte
ten minsteverminderd toerekeningsvatbaar te achten.
de matevan verminderde toerekenbaarheid. Niet uit te sluiten is, zo beschrijven de deskundigen, dat zij tot het advies ‘volledig niet toerekenen’ zouden zijn gekomen, in het geval er meer zicht zou zijn verkregen op de mate van psychotische ontregeling en realiteitstoetsing ten tijde van het tenlastegelegde. Verdachte beschikt echter over weinig reflectief vermogen en heeft moeite om gebeurtenissen in de juiste chronologie te plaatsen, wat zijn onderzoekbaarheid in het PBC heeft bemoeilijkt. Kortom: ondanks de wetenschap van het feit dat de beantwoording van het toerekeningsvraagstuk tot de exclusieve taak van de rechter behoort (bij de uitoefening waarvan zij niet gebonden is aan de inhoud van adviezen die over de persoonlijkheid van verdachte zijn uitgebracht), wijzen de deskundigen de rechtbank expliciet op de theoretische mogelijkheid van het oordeel van volledige ontoerekeningsvatbaarheid.