ECLI:NL:RBZWB:2023:8456

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
23-012121
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering

Op 1 november 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker, geboren in 1994 en vertegenwoordigd door mr. T. Deckwitz, heeft een verzoek ingediend voor de toekenning van een schadevergoeding van in totaal € 13.816,62. Dit bedrag omvat kosten voor rechtsbijstand, reiskosten en kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De officier van justitie heeft de conclusie gepresenteerd dat het verzoek integraal kan worden toegewezen, en de raadsman heeft ingestemd met afdoening zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, en dat de rechtbank bevoegd is om het verzoek te behandelen. De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 530 Sv een vergoeding kan worden toegekend voor gemaakte reis- en verblijfskosten, alsook voor schade door tijdverzuim. De rechtbank heeft de ingediende bedragen voor rechtsbijstand (€ 13.236,43), reiskosten (€ 240,19) en de kosten voor het verzoekschrift (€ 340,00) als billijk en voldoende onderbouwd beoordeeld.

De rechtbank heeft het verzoek tot toekenning van de schadevergoeding toegewezen en bepaald dat het totale bedrag van € 13.816,62 zal worden overgemaakt op de rekening van Stichting Derdenrekening Kurvers en Frencken Advocaten BV. De beslissing is genomen door mr. J. Bergen, rechter, in aanwezigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-165455-21
raadkamernummer : 23-012121
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. T. Deckwitz advocaat te 's-Hertogenbosch, (Postbus 174, 5201 AD 's-Hertogenbosch),
hierna te noemen: de verzoeker.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
  • het vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 5 april 2023;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft de conclusie (inhoudende dat het verzoek integraal kan worden toegewezen) aan de raadsman van verzoeker doen toekomen.
De raadsman van verzoeker heeft ermee ingestemd dat het verzoek zonder behandeling ter zitting wordt afgedaan.

2.De beoordeling

De rechtbank overweegt als volgt.
De zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is bevoegd om het verzoek in behandeling te nemen, nu de zaak in feitelijke aanleg bij de rechtbank is vervolgd, zou worden vervolgd of laatstelijk werd vervolgd.
Ingevolge artikel 530 Sv wordt aan de gewezen verdachte een vergoeding toegekend in
de ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de zaak gemaakte reis- en verblijfkosten, en kan een vergoeding worden toegekend voor de schade welke hij ten gevolge van tijdverzuim door de vervolging en de behandeling der zaak ter terechtzitting werkelijk heeft geleden, alsmede, behoudens in het zich hier niet voordoende geval dat - kort gezegd - de raadsman was toegevoegd, in de kosten van een raadsman.
Ingevolge artikel 534, eerste en vierde lid, Sv vindt toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Het verzochte bedrag aan rechtsbijstand ter grootte van
€ 13.236,43is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Het verzochte bedrag aan reiskosten ter grootte van
€ 240,19is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Voor de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift wordt het forfaitaire bedrag van
€ 340,00toegekend.

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toe tot een bedrag van
€ 13.816,62;
bepaalt dat een bedrag van
€ 13.816,62zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] en name van Stichting Derdenrekening Kurvers en Frencken Advocaten BV, onder vermelding van [kenmerk]
Deze beslissing is op 1 november 2023 gegeven door mr. J. Bergen, rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 november 2023.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen de beslissing ex artikel 533 en ex 530 Sv kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening van deze beslissing en door verzoeker binnen een maand na de betekening van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (artikel 535 lid 1 Sv).